16 december 2012 - Ruimte voor leegte
Diana Vernooij ging voor op de derde adventszondag
Eerste lezing – Genesis 1: 1-5
In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. En God zei: Er zij licht, en er was licht. En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
Tweede lezing – Spreuken 8: 22-23 en 30-31
De Eeuwige heeft mij, Wijsheid, vóór al het andere verworven,
toen hij zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij.
Ik ben in het begin gemaakt, nog voor alles er was,
nog voor de aarde vorm kreeg.
(…)
Ik was zijn lieveling,
een bron van vreugde, elke dag opnieuw.
Ik was altijd verheugd in zijn aanwezigheid,
vond vreugde in zijn hele aarde
en was blij met alle mensen.
Overweging
Een vriendin van mij volgde een opruimcursus. Ze bezat vele schatten in haar huis, maar het was wat onoverzichtelijk geworden allemaal. Zo langzamerhand wist ze ook niet meer wat ze had en waar het was, de stapels groeiden haar boven het hoofd. Daarom volgde ze die opruimcursus.
Orde scheppen in de chaos, ruimte maken voor leegte – het is een basiskunst in het bestaan. Het begint al in het scheppingsverhaal, het allereerste verhaal dat in de Bijbel staat. God schiep de hemel en de aarde, maar de aarde was nog woest en ledig. De grond voor de schepping, de aarde, wachtte op het woord dat het tot een eerste ordening bracht: “Er zij licht”. God scheidde het licht van de duisternis, en bracht een eerste begin van orde, er kon een dag en een nacht ontstaan.
“Tohu wa Bohu” heet het in het Hebreeuws, woest en ledig. De aarde is woest en ledig. Het klinkt prachtig, maar ook tegenstrijdig. Woest betekent ongetemd en braakliggend. Hoe kan de aarde woest zijn als het nog leeg is, als er nog niets is. Alleen als er iets is kan het woest zijn. In “de aarde was nog woest en leeg” betekent ‘leeg’ dus niet een zwart gat. Ledig zijn betekent hier niet dat er niets is, maar integendeel dat alles er is maar alleen nog niet geordend. Het is nog chaos, nog ongevormd. Het heeft orde nodig om iets te worden.
Daarom riep God het licht om tevoorschijn te komen en scheidde het van haar tegendeel, het duister. God ordende de wereld tot leven.
Op internet zag ik een aanbod van een opruimcursus, met de wonderschone naam: “Ruimte in je hoofd”. Je omgeving is een afspiegeling is van je innerlijk, staat er in de aankondiging. En ik vrees, als ik naar mijn volgepropte laatjes en kasten thuis kijk, dat het waar is. Tijd om op te ruimen!
Ook onze geest heeft ordening nodig. Als je je bewust wordt van alle gedachten in je hoofd, de zorgen die je je maakt – en hoe vaak je die zorgelijke gedachten herhaalt in jezelf, dan is dat even schrikken. Je gedachten bewandelen maar al te vaak dezelfde koeienpaadjes en je geest is regelmatig bevangen. Bevangen door zich herhalende gedachten: “als dat gebeurt, dan red ik het niet meer” of: “zie je wel dat ik dat niet kan”, of “dit moet opgelost worden, nu” of “zo zit ik nu eenmaal in elkaar”. Of je herhaalt voortdurend hetzelfde verhaal in je hoofd.
En als je geest bevangen is dan sluit je je af van alle nieuwe indrukken die er op je afkomen. De ramen en deuren van je geest houd je strak gesloten, en je blijft in je eigen cirkeltjes ronddraaien.
Als je die rommel uit je geest wilt halen, dan gaat dat alleen als je je bekende denkpatronen doorbreekt. Soms helpt het om je gedachtencirkeltjes een halt toe te roepen. Vertel jezelf dat de dingen toch altijd anders lopen dan je denkt dat ze gaan lopen en vertel jezelf dat je beter kunt afwachten. Of leg jezelf een andere gedachte op: “Ik ben nieuwsgierig”. Het kan ook door jezelf een andere houding aan te meten: borst vooruit, hoofd omhoog. Of door een glimlach – geen piekergedachte houdt het uit in je hoofd als je glimlacht. Probeer maar eens uit!
Zo’n mooi helder hoofd met ruimte voor nieuwe dingen noemt mijn oude studiegenoot en praktisch filosoof Dries Boele: een opgeruimd gemoed. Hij geeft er filosofiecursussen over. Ik houd van die benaming: een opgeruimd gemoed. Het is een prachtige ouderwetse term. Het doet me aan voorjaarsschoonmaak denken. Je bovenkamer is opgeruimd, het is er helder en vrij, de ramen staan open. Er kan frisse lucht binnenkomen, ja alles mag binnenkomen wat voor de poort staat te trappelen. Zelfs piekergedachten mogen binnenkomen, verdrietige gedachten, uitbundigheid, alles. Zolang de openheid blijft en de bevangenheid geen kans krijgt.
Met een opgeruimd gemoed kan ik met volle aandacht doen wat ik doe, ben ik ontvankelijk voor wat er gebeurt in het hier en nu. Bekende muziek kan me verrassen als ik er voor open sta. Zonder aandacht gaat het aan me voorbij. Hetzelfde geldt voor verwondering en creativiteit – vragen ze niet om een ongehinderde ontvankelijkheid?
Misschien is dat wel wijsheid: alles toelaten en nergens door bevangen worden. Verdriet, vreugde, paniek, angst, enthousiasme, verwondering – alles komt en gaat, niets gaat in een hoek van je bovenkamer op een stapeltje stoffig zitten te worden.
De prachtige tekst uit Spreuken die we lazen vertelt dat de Eeuwige de wijsheid schiep voordat ZHij al het andere schiep. Zelfs nog voor licht en donker, nog voor de aarde en de hemel was geschapen – verwierf de Eeuwige zich de Wijsheid. De tekst laat de Wijsheid daar zelf over zeggen: “Ik was zijn lieveling, een bron van vreugde, elke dag opnieuw. Ik was altijd verheugd in zijn aanwezigheid, vond vreugde in zijn hele aarde en was blij met alle mensen.” Wijsheid beaamde dat het goed was wat God schiep.
Wijsheid vergezelt ons tijdens ons eigen scheppingsproces van ons leven. Ze voelt zich thuis in die woeste leegte, in de helderheid van ons opgeruimd gemoed.
Joyce vertelde op de voorbereidingsavond van deze viering, dat zij voor Sinterklaas wekenlang allerlei spullen op straat verzamelde om een prachtige gekke surprise mee te kunnen maken. Allerlei vondsten sloten prachtig op elkaar aan, de verzameling werd steeds mooier. Tot het moment dat ze besloot wat het moest gaan worden en ze bedacht wat ze nog nodig had. Toen vond ze niets meer dat erbij paste. De openheid was eruit –het werkte niet meer. De wijsheid was eruit – het was geen scheppen meer maar werd een gefixeerd plan – het werd fabriceren. Tot ze dat plan weer kon loslaten en er van maakte wat wel kon.
Laten we ons deze levenskunst eigen maken. Laten we de openheid bewaren terwijl we ons leven scheppen. Niets fixeren en geen kastjes en laatjes meer volproppen voor je-weet-maar-nooit. Laten we erop vertrouwen dat de leegte van ons opgeruimd gemoed vol is van mogelijkheden, maar nog woest en ongetemd. We gooien de ramen open, heffen onze kin omhoog en glimlachen, nieuwsgierig naar wat er komen gaat. – dat het zo moge zijn.
28 oktober 2012 Stil l luister
Diana Vernooij ging voor op de derde adventszondag
Openingstekst
Een journalist vroeg eens aan Moeder Teresa wat ze zei in haar gebeden.
“Ik zeg niets. Ik luister slechts” antwoordde Moeder Teresa.
“En wat zegt God dan tegen u?” vroeg de journalist.
“Hij zegt niets. Hij luistert slechts.”
Eerste lezing naar Psalm 131
Mijn hart is niet trots,
mijn blik niet hoogmoedig,
ik zoek niet wat te groot is
voor mij en te hoog gegrepen.
Nee, ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
als een kind is mijn ziel in mij.
Vrienden, luister naar de Aanwezigheid,
van nu tot in eeuwigheid.
Tweede lezing Mattheus 13
De leerlingen kwamen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waarom spreekt u in gelijkenissen tot hen?’ Hij antwoordde: ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. Want wie heeft zal nog meer krijgen, en het zal overvloedig zijn; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen. Dit is de reden waarom ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen. In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling:
“Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen,
en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben.
Want het hart van dit volk is afgestompt,
hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten.
Met hun ogen willen ze niets zien,
met hun oren niets horen,
met hun hart niets begrijpen.
Want anders zouden ze tot inkeer komen
en zou ik hen genezen.”
Gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen!
Overweging
Deze zomer was Helma in een geluidsstudio. Ze was gevraagd om een Mindfulness App in te spreken voor iPhone en Android, met begeleide 'mindfulness' oefeningen. Ze kreeg een koptelefoon op, er werd nauwkeurig een microfoon voor haar geplaatst. Het eerste wat de geluidstechnicus deed was dit: hij vroeg haar haar hoofd af te wenden van de microfoon gedurende een paar minuten. Na twee minuten vroeg ze hem wat hij had opgenomen. En hij zei: ‘jouw aanwezigheid’. En hij voegde er aan toe: “er is geen stilte zonder aanwezigheid”.
Geen stilte zonder aanwezigheid, dat is bijzonder. Stilte bestaat niet uit zichzelf. Ze bestaat bij de gratie van 'aanwezigheid'. Die van mij en die van jullie.
Maar stilte kennen we vooral als een gebod: wees stil!
Stil zijn onder het eten, niet fluisteren in de kerk, niet mogen praten – zo zien we stilte vaak. Of we ervaren stilte als beklemmend: er valt een stilte tijdens een gesprek, het huis is stil. Als je alleen in huis bent, als je je partner mist of je kinderen, dan verdrijf je het liefst de stilte met muziek en afleiding. Of je houdt wel van de stilte in de natuur maar kan in je huis geen stilte verdragen.
Stilte ervaren we soms als iets dat we moeten zien te overbruggen, een leegte die wacht op geluid, tot er weer iets komt. Maar stilte is geen leegte, geen gebrek aan geluid. Stilte is de basis, meer nog, ze is de voedingsbodem voor geluid, voor spreken, voor uitingen.
Stel, je bent In een ruimte vol met kletsende mensen en je praat met een klein groepje te midden van al dat lawaai. Er is volop gepraat maar je hoort alleen maar het gesprek waaraan je deelneemt, totdat er plotseling iemand verderop iets zegt dat je aandacht trekt. Misschien valt er een naam of een woord dat je boeit. Plots val je weg uit het groepje waarmee je praatte en volg je het gesprek van de andere groep.
Je bent als een hond die slaapt en een oor van overeind zet. Je richt je oor op een geluid. Je kunt je afsluiten voor het een en richten op het ander. Dan kan automatisch gaan, maar je kunt het ook bewust leren, je oren te richten. Je kunt het leren om je aandacht te verplaatsen, om niet meegesleurd te worden door het lawaai waar je midden in zit, het gesprek wat toevallig gaande is, de gedachten die je in je hoofd hebt. Je kunt je vrij maken. Je kunt leren luisteren.
Er is stilte nodig om te kunnen luisteren. Je kunt niet meer luisteren dan je stil kunt zijn en aandacht hebt.
Er bestaat ook luisteren zonder te horen, zoals kijken zonder te zien. Luisteren om te kletsen. Dat doe je als je onmiddellijk inhaakt op iets wat een ander je vertelt, alleen maar om je eigen verhaal te kunnen doen. Als je zegt: “dat heb ik ook” of “dat herken ik” en vervolgens jouw verhaal begint te vertellen. Dat kan leuk zijn, maar vaak leidt het tot een oppervlakkig gesprek. Want heb je wel echt goed geluisterd? Of heb je uit wat de ander zei alleen opgepikt wat je zelf ook hebt meegemaakt?
Kun je dat, je primaire reactie uitstellen – even niet jouw verhaal ertegenover zetten. Kun jij in het aandachtig luisteren blijven? Kun je je eigen gedachten en reacties laten verwaaien en blijven luisteren? Wil je dat leren?
Jezus is hier heel rigoureus over. Er zijn mensen die met hem willen praten die ziende blind en horende doof zijn, zegt hij. Ze begrijpen niets, ze hebben geen inzicht en zo te zien willen ze dat ook helemaal niet.
Wat willen ze wel is niet duidelijk, ze willen zich misschien vergapen aan hem, of ze willen gelijk hebben, Jezus op zijn woorden pakken, of ze denken dat ze allang weten wat hij wil zeggen. Daarom spreekt hij in gelijkenissen, zodat ze moeten nadenken, omdat het hen verwart. Als ze wel zouden horen, zouden ze tot inkeer komen.
Gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen. Gelukkig degenen die echt willen leren stil worden en luisteren.
De psalmist legt een link tussen zijn ziel en de stilte. Hij is stil geworden, zijn ziel tot rust gebracht als een kind op de arm van zijn moeder. De psalmist zoekt niet wat te groot is, zij zoekt de rust van de ziel.
Voldaan van het drinken, geborgen in haar aandacht en warmte, in veilige haven. Ieder mens heeft zo’n kind in zichzelf, of je dat nu je ziel noemt, of niet. Er is iets in je, een zekere gevoeligheid, die je kunt herkennen als het kwetsbare kind. Dat kind wil op schoot, het wil aandacht en warmte om tot rust te komen en straks met hernieuwde energie de wereld weer in te rennen.
Als wij zeggen dat wij goed voor onszelf moeten zorgen, dan hebben we het over dat deel in onszelf dat als een kwetsbaar kind is en dat hier in de psalm “mijn ziel” wordt genoemd. Wij kunnen luisteren naar die ziel, kunnen luisteren naar dat kind in ons en hem of haar acceptatie, geborgenheid en liefde geven.
Met die rust en stilte kun je luisteren en horen en de rijkdom van stilte ervaren, de rijkdom van contact. Hoe hebben we kunnen dénken dat stilte de afwézigheid van contact is, stilte is juist de verbinding, de basisvoorwaarde voor contact. Stilte verbindt mensen met elkaar en met de wereld. Stilte is de ruimte van waaruit je leeft.
Dankzij de stilte, de stilte om je heen, de stilte in je geest – kun je zien, kun je luisteren, kun je horen. Jouw luisteren maakt het mogelijk dat een ander spreekt. Als er niemand luistert, zijn er ook geen sprekers, dan zijn er alleen maar mensen die tetteren of in zichzelf praten. Als er iemand echt geïnteresseerd naar je luistert, dan vertel je soms dingen waar je jezelf over verbaast: “zeg ik dat, leeft dat in mij?”. Jij komt dankzij het luisteren van een ander tot nieuwe inzichten. Dankzij de oprechte openheid en het nieuwsgierigheid naar jouw woorden komt jouw verhaal tevoorschijn, kan jij helemaal zijn wie je bent.
En God, wat doet God door te luisteren?
Als God niets zegt en alleen luistert, dan ís God de stilte en het luisteren. God is de Aanwezigheid die ons leven tot bloei luistert.
2 september 2012 - De rijkdom van alleen zijn
Diana Vernooij ging voor met Carolien Maris
Openingsgebed, Søren Kierkegaard
Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had,
tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren.
En in die stilte hoorde ik de stem van God.
1e Lezing, Lucas 3:21-22, 4: 1-14
Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’
Vervuld van de heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan, en geleid door de Geest zwierf hij veertig dagen rond in de woestijn, waar hij door de duivel op de proef werd gesteld. Al die tijd at hij niets, en toen de veertig dagen verstreken waren, had hij grote honger. De duivel zei tegen hem: ‘Als u de Zoon van God bent, beveel die steen dan in een brood te veranderen.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen.”’ Toen bracht de duivel hem naar een hooggelegen plaats en liet hem in een en hetzelfde ogenblik alle koninkrijken van de wereld zien. De duivel zei tegen hem: ‘Ik geef u de macht over dat alles en ook de roem die ermee gepaard gaat, want ik kan daarover beschikken en ik geef het aan wie ik wil; als u in aanbidding voor mij neervalt, zal dat allemaal van u zijn.’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.”’ De duivel bracht Jezus naar Jeruzalem en zette hem op het hoogste punt van de tempel, en hij zei tegen hem: ‘Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal hij opdracht geven om over u te waken.” En ook: “Op hun handen zullen zij u dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.”’ Maar Jezus antwoordde: ‘Er is gezegd: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’ Toen de duivel Jezus aan al deze beproevingen had onderworpen, ging hij voor een tijd bij hem vandaan. Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea.
2e lezing, Jalal ad-Din Rumi
Mens-zijn is een herberg
Elke ochtend weer nieuw bezoek.
Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt
als een onverwachte gast.
Verwelkom ze, ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.
Behandel dan toch elke gast met eerbied.
Misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor extase…….
De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.
Wees blij met iedereen die langskomt
de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen.
Inleiding
Goede morgen, welkom lieve mensen op deze laatste zondag in de zomer van Noord-Holland.
“We leven in een geweldige tijd. De vrijheid die we hebben. Wat we allemaal weten en kunnen. Hoe we met elkaar verbonden zijn. We leven in een tijd waarin iedereen kan bijdragen … Elke handeling, hoe klein ook, zet iets in beweging. Samen maken we van klein het nieuwe groot.”
Ik word toch zo vrolijk van deze reclame van de Triodosbank. Het is een positief geluid in plaats van al de crisisverhalen. “We leven in een geweldige tijd” – wie durft dat vandaag de dag nog over zijn lippen te krijgen?
Vanuit dit zelfde besef, dit besef dat we in een geweldige tijd leven, hebben wij als voorgangers het zomerthema neergezet: “Stilstaan bij wat er is, in de rijkdom van de zomer” . Het regende ja, maar we hebben een rijke zomer, een zomer met vriendschap, met kleur, met deining en nieuwe ruimte. We werkten samen met mensen van buiten de Duif. Een imam reciteerde voor ons, er waren meerdere prachtige zangeressen, zelfs vorige week een danseres.
Vandaag is de laatste zondag van de schoolvakanties, de laatste zondag zonder koor. Én we sluiten de zomer in stijl af: met een afwisseling van zon, wolken en regen.
“Stilstaan bij wat er is, in de rijkdom van de zomer” – We sluiten dit thema af met “de rijkdom van alleen zijn”. Wat mij betreft is de kunst van alleen te zijn de alfa en de omega van alle rijkdom, het startpunt en de finish. Kun je het goed vinden in het gezelschap van jezelf, dan ben je een rijkdom voor een ander.
Dat er verschillende kanten aan het alleen zijn zitten, dat zullen we straks uitpluizen. Carolien en ik hebben er mooie muziek bij gezocht. Leonard Cohen, die pas nog een concert gaf in het Olympisch Stadion bezingt het besef van alles wat er is, de kostbaarheid van het bestaan. Hij is alleen en hij luistert, zo hard dat het pijn doet. We luisteren naar Charlie Winston over alleen zijn, die hem altijd laat zijn zoals hij is. Carolien en ik wensen ons allen een goede viering.
Overweging
Ik was met een flink aantal vriendinnen bij de fietsenstalling van het station om fietsen te huren. “Zo dames, helemaal alleen?” vroeg de stallinghouder tot mijn verbazing. Helemaal alleen? We waren met ons achten!
Iedereen heeft zijn eigen associaties met “alleen zijn”. Zonder partner zijn, is wel de meest algemene reactie. “Ik ben alleen” kan ook betekenen: zonder familie zijn, zonder kinderen, zonder vrienden, zonder gemeenschap, zonder thuis, zonder land, zonder taal. Je kunt je daar heel goed bij voelen, maar als je iemand mist, of een gemeenschap, dan voel je een gebrek, een tekort. Je voelt je eenzaam, “allenig”, afgesloten, zonder verband met anderen. Hier zit geen rijkdom. Toch heb ik het thema van vandaag “De rijkdom van alleen zijn” genoemd. Waar gaat dat dan over?
Charlie Winston zingt in het lied dat we net hoorden: “Zelfs al nodig ik je niet uit (en ‘je’ is dan het alleen zijn), Zelfs al nodig ik je niet uit, en is je aanwezigheid pijnlijk, je laat me altijd precies degene zijn, die ik ben.” Dat is nog eens in de spiegel kijken: je alleen zijn laat je zijn die je bent.
Dit is het, hier is het, nu is het dit, wat ik ben.
Deze vorm van alleen zijn gaat niet over het gebrek, maar over het besef dat je alleen geboren bent en alleen dood gaat. Jij bent deze persoon hier en nu, in deze omstandigheden. Je haalt adem, je zit, je voelt van alles in je lichaam. En je geest, die zoekt houvast of verstrooiing. Je luistert naar deze overweging en je gedachten schieten weg. Je hebt het niet in de gaten – totdat iets in mijn verhaal je weer terug in het hier en nu haalt. Deze persoon nu ben jij. Dit alles ben jij alleen. En hier ligt je rijkdom.
Want heb je het goed met jezelf? Kun je jezelf troosten als je het zwaar hebt. Kun je jezelf oppeppen als je wat energie nodig hebt? Kun je jezelf in slaap wiegen als je verdriet hebt?
Het is al weer een tijd geleden dat ik besefte dat er altijd een gesprek in mij gaande is, in mij maar eigenlijk in alle mensen. Er is altijd een gesprek gaande in ons hoofd. Er is een stem die commentaar geeft, die bij het verleden blijft hangen en alles herhaalt was er is gebeurd. Een stem die vooruitschiet naar de toekomst en zich beelden en verwachtingen schept. Een stem die mijn boosheid versterkt, mijn angst versterkt, die mij in paniek kan doen schieten.
Wat is dat voor voortdurende monoloog in ons hoofd, en wat doet die stem met ons?
Keurt de stem af wat je doet? Of zegt de stem dat je er niets aan kan doen omdat anderen het voor jou erg moeilijk maken? Is die stem vaak boos, verontwaardigd, of is die juist angstig of verdrietig? Wat zegt die stem over wie jij bent en wat jij doet? Weet jij wat de stem van jouw geest jou zoal influistert? Ben jij in harmonie met die stem, of vecht je voortdurend in je hoofd? Zijn er meerdere stemmen die elkaar afmatten? Reageer je onmiddellijk op wat de stem in jezelf je influistert, of tel je eerst tot tien voordat je ook iets naar buiten brengt?
Mens-zijn is een herberg, altijd weer een nieuw bezoek, schrijft Rumi, de Perzische wijze uit de Middeleeuwen. Onverwachte gasten zijn het: een vreugde, een depressie, een flits van inzicht. Ongenode gasten zijn het, want wie nodigt zulke ongezellige bezoekers uit?
Als je altijd maar druk bezig bent om de leuke gasten vast te houden en de ongezellige gasten het huis uit te werken heb je het erg druk en zal je ontdekken dat je faalt. Het lukt niet om nare gevoelens buiten de deur te houden. Het lukt niet om fijne gevoelens vast te houden. Ze vliegen als zand door je vastgrijpende handen.
Er is een verhaal over een man die één zoon heeft en één paard. Zijn paard ontsnapt en gaat ervan door. De buren zeggen: ach, ach, wat vreselijk – nu ben je je enige paard kwijt. Ach ja, zegt de man, het is zoals het is. Dan komt zijn paard terug met in zijn kielzog een wilde merrie. Oh, oh, zeggen de buren, wat een geluksvogel – nu heb je twee paarden. Ja, zegt de man, het komt zoals het komt. Dan gaat zijn zoon de wilde merrie temmen en valt van het paard en wordt mank. Ach, ach, wat vreselijk zeggen de buren, je enige zoon mank. Tja, zegt de man, het is zoals het is. Dan breekt er oorlog uit en moeten alle jonge mannen naar het front. Alleen de zoon van de man hoeft niet in dienst, omdat hij mank loopt. Oh, oh, roepen de buren, wat heb jij een geluk!
U begrijpt het al, dit verhaal kan nog een hele tijd doorgaan.
Wat heeft deze man nu, wat zijn buren niet hebben? Je kunt het denk ik het beste gelijkmoedigheid noemen, hij maakt zich net zo min druk over het nare dat hem overkomt als over het goede. Hij is niet onverschillig, hij kent ook zijn verdriet en vreugde. Maar hij neemt het leven zoals het komt en maakt er het beste van.
Gelijkmoedigheid heet dat, en dat is heel wat anders dan onverschilligheid. Onverschillig is gevoelloos, het maakt je allemaal niet uit. Maar gelijkmoedigheid is geen onverschilligheid. Gelijkmoedig ben je, als je in staat bent om al die bezoekers binnen te laten en gastvrij te onthalen. En dan maakt het niet uit of de bezoekers in het werkelijke leven voor je deur staan, zoals het paard en de mannen die zonen op komen halen voor de oorloog. Het kunnen ook de gedachten en oordelen in je eigen hoofd zijn – of de emoties: de vreugde en het verdriet, de donkere gedachte en de flits van inzicht.
Als Jezus de woestijn intrekt krijgt hij duivelse ingevingen. Ook zijn geest is bezet en laat hem niet met rust. Het is vreemd dat het verhaal vertelt dat hij vervuld van de Heilige Geest de woestijn intrekt en geleid door de Geest 40 dagen rondzwierf. En het verhaal eindigt dat hij gesterkt door de Geest terugging. Je zou verwachten dat de duivel tevoorschijn komt als de Heilige Geest is verdwenen, maar nee. Het lijkt erop dat de duivel juist tevoorschijn komt omdat Jezus door de Heilige Geest is vervuld. Omdat de Geest er is, kan de duivel tevoorschijn komen en worden overwonnen.
Dit is de ware spirit van alleen zijn: dankzij de kracht van de geest is ieder mens in staat om wat er in haar geest tevoorschijn springt aan emoties en oordelen en verlangens en afkeer te verdragen en om te vormen. We hoeven niet achter van alles aan te rennen om vast te grijpen of weg te rennen om van ons af te houden. Het mag er allemaal zijn, we kunnen het onder ogen zien.
Alle gasten zijn stuk voor stuk gestuurd om als raadgever te dienen – zegt Rumi.
En dat gaat echt nog een stapje verder dan het accepteren van nare gevoelens en donkere gedachten. Hoe zijn ze dan onze leermeester, onze raadgever?
De duivel brengt drie verzoekingen naar Jezus, de verzoekingen van de macht. En Jezus weet deze verzoekingen te weerstaan, hij zal geen verlosser worden vanuit menselijke macht. Voor Jezus zijn de verzoekingen van de duivel belangrijk. Hij voelde dat hij nog niet klaar was om als messias leerlingen te gaan werven. Er was nog iets dat hij aan moest gaan. Dankzij de kracht van de geest daagt hij de duivel uit en overwint zo zijn aardse ambities. Wel degelijk kun je de duivel een raadgever noemen, een “blessing in disguise”. Hij is geen raadgever die je vleit en naar de mond praat. Hij is een harde heelmeester. Gesterkt door de Geest kon Jezus hem ontvangen, en hij behandelde hem met respect. Drie keer wordt hij verleid tot macht over mensen en stof. Drie keer wijst hij de verleiding af met de woorden: “Er staat geschreven …”, drie keer komen de schriften tot leven voor hem. Het zijn geen vrome teksten meer maar nu heeft hij er voor gekozen, volledig, hij heeft de woorden van God aangenomen en geleefd! En alle machtsverlangen is nu uitgeblust.
Kun je je gasten ontvangen, en met eerbied behandelen? Durf je een te zijn met de wereld, met jezelf, ook met de schaduwzijden, met wat zich allemaal aandient in je bestaan? Durf je gelijkmoedig te verwelkomen wat er op je pad komt?
Alleen zijn is een rijkdom als je niet meer wordt voortgejaagd door een stem in je hoofd die het anders wil. Je bent rijk, je ben Al Een.
Amen
Zondag 6 mei 2012 - Een andere keuze
Diana ging voor met Margriet van Reisen, mezzosopraan
Margriet van Reisen zong onder meer de rol van Ilana in de opera After Life van Michel van der Aa bij De Nederlandse Opera tijdens het Holland Festival 2006.
In het muziektheaterstuk Words and Beyond trad ze op met de Slagwerkgroep Den Haag. Van Reisen studeerde speciaal voor dit stuk traditionele Koreaanse Chong-Ka muziek.
Geinspireerd door dit stuk zingt Margriet in De Duif. Diana interviewde Margriet van Reisen voor het blad Vorm & Leegte onder de titel Muziek die stilte oproept.
Teksten
Hwang Yin Ji
Bergen zijn oude bergen
maar er zijn geen oude wateren.
Zij stromen dag en nacht
ze worden niet oud.
Ware helden zijn als wateren
eenmaal heen, keren ze nooit weer.
Mattheus 19: 16-22
Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: ‘Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ Hij antwoordde: ‘Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar één die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden.’ ‘Welke?’ vroeg hij. ‘Deze,’ antwoordde Jezus, ‘pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf.’ De jongeman zei: ‘Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog meer doen?’ Jezus antwoordde hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.’ Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.
Eckhart Tolle
De meeste mensen leven in de waan dat zij uit vrije wil besluiten nemen. In werkelijkheid wordt hun handelen volledig bepaald door hun verleden. Hoe je denkt, wat je wilt en wat je denkt dat belangrijk is, wordt meestal bepaald door je opvoeding, je cultuur, je religie – kortom, door je concepten. Zolang je nog denkt dat je je geest bént, heb je helemaal geen vrije keuze. (…)
Als je tegenwoordig bent, vraag je: wat moet ik doen om tegemoet te komen aan wat de situatie nodig heeft? Je bent stil, alert, open voor wat is. Je brengt een nieuwe dimensie in de situatie: ruimte. Dan kijk je en luister je. Zo wordt je één met de situatie. Als je in plaats van op een situatie te reageren, één wordt met die situatie, komt de oplossing uit de situatie zelf voort. Eigenlijk ben jij, als persoon, het niet die kijkt en luistert, maar het is de alerte stilte zelf. Dan, als het mogelijk of nodig is om iets te doen, handel je, of liever, gebeurt het handelen door jou. Juist handelen is handelen dat past bij het geheel.
Inleiding
Goedemorgen lieve mensen, fijn dat u allemaal gekomen bent naar De Duif.
Welkom als u hier speciaal voor deze viering gekomen bent, welkom als u bent binnengevallen en welkom ook diegenen die hier regelmatig over de vloer komen. Laat deze viering onze ziel laven en ons tot inspiratie zijn.
Het openingsgedicht is van Hwang Yin Ji, een succesvolle courtisane uit de 16e eeuw in Korea. Het verhaal van Hwang Yin Ji gaat als volgt. Ze is wonderschoon en beroemd. Vele mannen zijn verliefd op haar. Dan bezoekt ze op een dag een mediterende monnik en probeert hem te verleiden. Maar zij die alle mannen kan krijgen die ze wil, wordt afgewezen. De monnik is niet te porren voor sensuele genoegens. Ze keert terug naar het hof. Daar maakt ze een keuze, ze verlaat het hof en gaat opnieuw naar de monnik toe, nu als zijn leerlinge. Haar verdere leven slijt ze als kluizenares.
Het koor is met vakantie en van de nood een deugd makend heb ik Margriet van Reisen uitgenodigd, die behalve mijn boeddhistische vipassanamaatje ook een begenadigd en bekend mezzosopraan is. Margriets carrière als zangeres is gestart in het koor van de katholieke kerk van haar geboortedorp. We hebben elkaar leren kennen toen we beiden toevlucht namen tot het boeddhisme.
Toen we het thema voor vandaag zochten vertelde Margriet mij dat zij en haar man na jaren plannen, dubben en overwegen dit jaar hun huis hebben verkocht en binnenkort naar het buitenland gaan verhuizen.
Keuzen maken, dat was het thema dat haar bezig hield. De verwondering over hoe een keuze tot stand komt, hoe lang je talmt en het oneens bent samen en dan plotseling is het moment daar, en wordt het makkelijk om een keuze te maken die helemaal goed voelt.
“Een andere keuze” is daarom het thema vandaag en we zien het ook weerspiegelt in de muziek vandaag en in de lezingen die we erbij hebben gekozen.
Margriet zal voor ons ChongKa muziek zingen, klassieke muziek uit Korea, improviserend op thema’s uit de muziektheatervoorstelling Words and Beyond, over het leven Hwang Yin Ji, waarmee zij meermalen heeft opgetreden.
Omlijstende muziek in deze viering komt van een zenmonnik uit Korea. Omdat ik de Koreaanse tekens niet kon ontcijferen weet ik niet hoe de monnik, zijn klooster en de muziek heten. Maar het is mooi. En we luisteren ook nog eens naar twee wijsheidsteksten van de Boeddha die vertaald zijn in het Nederlands en gezongen worden door Nederlandse zenleerlingen op Russisch Orthodoxe melodie.
Het is een bont geheel en Margriet en ik zijn net zo benieuwd als u wat het totaal ons brengen zal!
We hebben in ons dagelijks leven veel keuzen te maken. Simpele keuzen, ingewikkelder keuzen. We maken voortdurend keuzen als we reageren op wat op ons afkomt.
Maken we rationele keuzen, gewoontekeuzen, keuzen uit angst, uit verlangen, uit hebzucht, of zijn het keuzen uit vrijheid? Waar laten we ons eigenlijk door leiden? We gaan het er over hebben vandaag. Ik wens ons allen een prachtige viering toe.
Overweging
Als kind kun je je stellig voornemen: “Als ik groot ben word ik beroemd, trouw ik met een rijke man die in ieder geval niet in de zaak van mijn vader gaat en we maken ook nooit ruzie zoals alle volwassenen.”
Dat zou een echte vrije keuze zijn, bedenken wat je wilt en dat ook gaan doen. Maar zo werkt het niet. Als je dan groot bent merk je dat je partner verdacht veel op je vader lijkt, en dat je toch ook soms ruzie hebt en bovendien ook niet echt beroemd bent geworden.
Wat betekent het eigenlijk om vrije keuzen te maken, kun je dat? Nee, zegt Eckhart Tolle, zolang je denkt te kunnen beslissen vanuit een vrije geest besef je niet dat je vastzit aan de invloeden van je verleden en je cultuur.
De jongeman die Jezus aansprak deed alles wat goed was. Hij wilde meer dan een deugdzaam leven leiden. Maar hij kon op dat moment niet kiezen voor het volmaakte leven. Zijn bezittingen zaten hem in de weg en hij ging terneergeslagen weg, lezen we. De keuze voor het volmaakte leven leek te veel te vragen van hem.
Toch weten we niet of hij later alsnog koos om zijn bezittingen aan de kant te doen en Jezus te volgen. Het zou zo maar kunnen. Hwang Yin Ji maakte deze keuze wel. Alle rijkdom en beroemdheid zei ze vaarwel voor een volmaakt leven. Ze werd een volgeling van meditatie en het spirituele leven.
Wanneer kun je nu zo’n grote keuze maken als Hwang Yin Ji, wat zou het verschil maken? Hoe kan je de keuze maken je huis en haard te verlaten, alles wat je bekend en dierbaar is achter te laten en een ongewisse toekomst tegemoet te gaan? En nog belangrijker: hoe kan je zo’n onzekere keuze maken met een opgeruimd gemoed?
Het keuzeproces kent allerlei lagen. Vaak reageren we uit gewoonte, traditie, kiezen we wat ons bekend is en vertrouwd. We zijn tevreden omdat we denken dat we vrij gekozen hebben maar eigenlijk is de keuze bepaald door je opvoeding, je cultuur, je religie, kortom alle concepten in je hoofd – zoals Eckhart Tolle aangeeft. Je blijft kiezen voor wat je al kent.
Maar soms gaat het wringen en beseffen we dat we een bredere horizon nodig hebben, dat we weg willen het onbekende land in. We moeten van de gebaande wegen afscheid nemen en een nieuwe weg gaan. Dat is onzeker, en maakt ons angstig. Willen we die weg nu gaan of niet?
Wat een spanning kan het je geven. Ik herinner mij de keren dat ik in de stress zat omdat ik van mezelf eiste dat ik een besluit nam, nu! Wat een enorme druk! De verant¬woording zit je op je nek, je moet voor je toekomst besluiten en vaak ook voor anderen, je partner, je kind. Je loopt risico’s, moet je wel je zekerheden opgeven?
Tolle beschrijft de weg om tot een keuze te komen. Hij vraagt niet: “wat moet ik doen opdat ík de juiste keuze maak”. Nee, hij vraagt: “wat moet ik doen om tegemoet te komen aan wat de situatie nodig heeft”. Niet jij moet iets vinden maar de situatie vraagt iets van jou. De situatie vraagt iets dat jij moet gaan zien.
Wat een ontspanning als je het idee los kunt laten dat jíj moet beslissen. Ik heb geleerd het besluit uit te stellen, eerst maar eens de eerste stap te zetten, iets in de week leggen. Ik heb geleerd te beseffen wat mijn angst of verwachting is, en zeker nog niet naar een conclusie te springen. Het dient zich uiteindelijk altijd aan wat je moet doen en meestal kun je dat toch van te voren niet bedenken.
Mensen hebben allerlei woorden gegeven aan dit vermogen. De christelijke variant is: je legt het in Jezus’ handen, je vertrouwt je zorgen toe aan Maria, je geeft je over aan de Vader. Tolle zegt: je wordt één met de situatie. Ik sloeg er Simone Weil nog eens op na, een joodse filosofe die katholiek is geworden. Ze schrijft dat we de leegte van het niet weten hebben te accepteren – wat heel moeilijk is. Als we de leegte uithouden zuigt dit vacuüm vanzelf Gods genade aan. Gods genade en het goddelijk inzicht kunnen niet komen als we de leegte volgestopt hebben met verhalen, emoties of rationele beslissingen.
Het zijn allemaal manieren om uit te drukken dat jij, jouw ik, niet heer en meester hoeft te zijn. Dat integendeel je het lef moet hebben om het niet te weten, te midden van alles dat aan je trekt en duwt. Steeds losser en leger van al die druk kun je kijken en zien, je wordt krachtig en teder en kunt dan doen wat je hart je ingeeft.
Ik vind het niet makkelijk maar wel een fijn proces, een hartverwarmend proces. Alle resten boosheid, rancune, gelijkhebberij, ego, status, angst, hebberigheid, dat alles staat een goede keuze in de weg. Als je dat beseft, als je beseft wat er allemaal in je meespeelt aan argumenten en emoties dan kun je die emoties één voor één op laten branden. En dan kom je op een gegeven moment in een heldere staat van zijn waarin je niet meer hoeft te bedenken wat je moet doen. Dan weet je wat je moet doen.
Op momenten dat ik mezelf weer neig te forceren zeg ik mezelf dat niet ík het hoef op te lossen, dat ik er alleen maar bij hoef te zijn, alleen maar hoef te kijken en te verdragen en te doen wat moet gedaan.
Hwang Yin Ji kon met een opgeruimd gemoed haar lier aan de wilgen hangen en ging het heilige leven tegemoet. Ik hoop van harte dat het de jongeman ook vergund is geweest om zijn stap te zetten en een leerling van Jezus te worden.
En wij, wij hebben allemaal de keuze om hetzelfde te doen als altijd, of om een andere keuze te maken. Maar niet te snel, slaap er eerst nog een nachtje over!
Goede Vrijdag 6 april 2012 Ons spiegelen aan het lijden van Jezus
Diana ging voor met Carolien Maris.
Teksten en muziek
Van de cd de Matteus Passie, in de hertaling van Jan Rot.
Favoriet fragment:
Oh hoofd vol bloed en wonden,
vervloekte doornenkroon
Nu komt je grootste wonder,
het pijnhout als icoon.
Straks hang je aan drie wonden,
de spieren scherp verzuurd.
Je sterft elke seconde,
terwijl het dagen duurt.
De kramp stolt ademhalen,
wie steun zoekt krijgt een schok.
Je hart verhit gaat malen,
wie uitdroogt, raakt in shock.
Vanavond wordt het Pasen,
dus Jezus heeft geluk…
Ze slaan wie dan nog asemt,
als hulp de botten stuk.
Welkom en inleidng
Goedenavond allemaal, welkom op Goede Vrijdag.
“Niet lang meer en dan nemen ze mij gevangen,
om wie ik ben zal ik hangen.”
Barbertje moet hangen – deze uitdrukking zegt dat iemand de schuld moet krijgen, of hij het nu gedaan heeft of niet. Jan Rot laat Jezus zeggen dat Barbertje moet hangen, hij moet hangen om wie hij is. Het startschot is gegeven: Jezus zal onschuldig worden veroordeeld en hij weet het vanaf het begin van zijn lijdensweg. En meer nog dan het fysieke lijden en dood, bepalen de vernederingen onderweg zijn lijdensweg.
Zo zijn wij vanavond begonnen met de viering van Goede Vrijdag. Gisteren op Witte donderdag waren we met een groep van 30-40 mensen bijeen om luisterend, zingend, etend en drinkend te het laatste avondmaal te herinneren dat Jezus met zijn vrienden vierden. Carolien en ik zullen de Matteus Passie in de hertaling van Jan Rot laten horen. We zullen luisteren, meelezen. Carolien heeft de highights uit De Passie gekozen die we zullen volgen. We gaan ervan uit dat het meeste van het verhaal u bekend is. Tussen de liederen door staan we stil bij de weg die Jezus aflegt, en vooral bij de weg van de omstanders. Juist zij spiegelen ons zo prachtig hoe wij in het leven staan. In het lijden staan we naakt voor de ander, met als onze kracht en zeker ook met onze gebreken. Aan Jezus hoe kracht en lankmoedigheid werkt, en aan de omstanders zie we hoe we zelf zijn.
Wat doet lijden met ons, wat roept het op, hoe gaan wij met lijden van anderen om in ons leven?
Overweging 1
Bijeen zijn voordat de hel losbarst. We kennen het. Zware tijden breken aan, iets rond ziekte en dood, financiële problemen, vertrek of scheiding. Het maakt niet uit, ieder van ons kent die tijden. Je staat aan het begin en ziet de bui aankomen.
Wat doe je? Wat doe je als je niet weet wat te doen?
Het beste en dus ook het eerste dat je op zo’n moment kunt doen is delen. Je deelt je verhaal, je pijn met degenen die je na staan. Samen delen, het thema van gisterenavond, is het antwoord op de begin van het lijden. Je deelt het goede van het leven, je bent samen en beseft heel goed hoe je van de ander houdt, hoe goed je het hebt gehad, hoeveel je dat waard is. En je beseft dat je dat nooit zult loslaten. “houdt dit ritueel heel dicht bij je, weet dat ik leef, tot de dag van ons weerzien, blijf jij in mij en ik in jou”.
Overweging 2
Wie in vol besef zijn lot tegemoet gaat heeft zal geen rare bokkesprongen maken. Onze bokkesprongen laten zien dat we ons niet bewust zijn van wat er gebeurt. Petrus wil bij Jezus zijn en rekent erop dat hij onzichtbaar kan blijven tussen het volk dat Jezus hoont. Maar hij wordt herkend. Petrus redt zich het vege lijf door Jezus hardgrondig te verloochenen. En hij beseft het dankzij de haan die kraait. Hij huilt bitter. Hij was niet de rots in de branding die hij dacht te zijn.
We geloven het liefst in het mooiste plaatje van onszelf, zoals we zijn als we op ons best zijn. Ik zie mezelf het liefst als een ruimhartig en wijs wezen. Ik vind het niet leuk mijzelf te kennen als angstig, als kattig of streng. Toch weet ik dat dat mijn schaduwzijden zijn.
Het is ook lastig om de onvolkomenheid van de ander te accepteren, en zeker als die ander niet ziet wat zijn zwakheid is, die jij wel ziet. En dat is misschien nog wel lastiger dan om te accepteren dat een ander bij jou een onvolkomenheid zag.
Besef dan dat het niet het harde oordeel maar juist begrip en acceptatie zijn die het mogelijk maken om onvolkomenheden te delen. “Troost, omarm, en help omhoog uit die hel”.
Je bent me des te dierbaarder als jij jouw onvolkomenheden met mij deelt.
Overweging 3
Wij mensen hebben onze strategieën om in moeilijke tijden te overleven. Vaak leren we die strategieën al vroeg aan en hebben we zo onze favoriete reactiepatronen. En ze tonen zich in uitersten: we voelen ons onmachtig en huilen, we ontkennen ons gevoel of we verharden en weren af.
We luisterden naar de bittere geluiden die klinken in het lied “Oh hoofd vol bloed en wonden, vervloekte doornenkroon … Vanavond wordt het Pasen dus Jezus heeft geluk, ze slaan wie dan nog asemt als hulp de botten stuk.”
Wie geëerd werd, is van zijn voetstuk gevallen. Niet omdat hijzelf iets fout heeft gedaan, maar omdat hij de verwachtingen van anderen niet waarmaakte. Anderen hadden iets groters verwacht, meer spektakel, redding, en ze zijn teleurgesteld. Plots is Jezus een voorwerp van hoon, hoon en spot waarmee de mensen hun teleurstelling afreageren.
Wat een herkenbaar reactiepatroon. Omdat wij veel meer verwachtten en teleurgesteld zijn, reageren we ons af, en beschimpen we de ander – die is plotseling niets meer waard. En omdat we elkaar bevestigen in spot en hoon voelen we ons weer een beetje beter. Als je iemand omlaag duwt, stijg je zelf toch?
Maar je ziet dan niet welk onrecht je degene doet die dit overkomt. Ik heb me ooit voorgenomen om nooit iets te zeggen over niet aanwezige personen waarvoor ik me zou schamen als plotseling bleek dat die persoon aanwezig was, hoorde wat ik zei en me aan zou kijken. Ik ben me nu scherper bewust van de keren dat ik, ondanks mijn voornemen, een ander verlaag, omdat ik diens blik al voel.
Is iets menselijks ons vreemd?
Slotwoord
“Eenmaal kraaien alle hanen”, Het moet minstens 3 keer zijn dat de hanen kraaiden, net als bij Petrus. Deze hanen die kraaiden toen Jezus stierf en werd begraven, deze hanen deden vast iedereen beseffen dat zij Jezus hebben verloochend. Ze beseffen hoe ze hem hebben gehoond, hem hebben afgewezen en hoe zij zijn omgekeerd en weggelopen.
In de hele lastige perioden van ons leven vinden we onszelf terug met ons verdriet, met onze wanhoop en ons besef van falen, het besef van schuld. Hadden we het beter kunnen doen, hadden we het niet beter móeten doen? Er zijn pijnlijke vragen en er is spijt over onze zwakheden, over de dingen die we nooit hadden mogen zeggen of doen.
In dit soort tijden is verdragen voorlopig onze grootste deugd. Niet beschuldigen, ook onszelf niet beschuldigen. Niet verwijten, ook onszelf niets verwijten. Niet cynisch worden en verharden. Maar zacht worden en zien en verdragen.
Nu is het nog Goede Vrijdag, nu is er het besef van lijden, vernedering en verraad. Meer dan een mens kan dragen.
We laten dit besef tot ons dringen, dit besef dat wij anderen hebben verloochend. We hebben weet van Witte Donderdag, van Pasen en Pinksteren nodig. Laten we niet vergeten dat er ook ooit het besef van de grootsheid was, het samen delen zoals we ervoeren aan het begin van deze weg. Jezus hád leerlingen die hun hele hebben en houden overboord hadden gezet om hem te volgen, al begrepen ze hem vaak niet. Zie víerden samen Pesach al beseften ze de impact niet. Ze wáren bij hem in zijn doodsnood, al vielen ze in slaap. Ze stélden hem vragen, ze déden hun best. En ze hielden van hem.
Ook wij kunnen het beseffen: weet je nog, er was samen delen, brood en wijn, we genoten samen van het leven. En we deelden ook onze onvolmaaktheden, we accepteerden elkaar, hielden van elkaar en we maakten elkaar zacht en lief.
Nee, het is nog geen Pasen, geen opstanding,
Het is nog geen Pinksteren, geen inzicht en kracht.
Maar wij hebben deze cirkel vaker gelopen,
wij hebben weet van Pasen en Pinksteren.
En ondertussen: nu is het Goede Vrijdag.
Wij zijn eenzaam samen,
en samen één.
Zegenbede
Laten we gaan, onze eigen weg,
in het besef dat lijden en dood niet het einde zijn,
zelfs al is dat precies waar we nu zijn.
Laten we beseffen dat wij een zegen kunnen zijn voor onszelf
en voor onze naasten die lijden.
Laten we onze eigen onvolmaaktheden en die van anderen in liefde benaderen,
laten we elkaar vasthouden, omhullen, wiegen, koesteren.
Laten we zijn:
Eenzaam samen, samen één.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, Amen
Zondag 26 februari 2012 - Het hart ontwaakt!
Diana ging voor met Fred Vos,
zangeres Barbara Wessel en
zanger / gitarist Jasper Merle.
Teksten
Pema Chödrön
We denken dat we aardig zijn voor onszelf als we ons tegen leed beschermen. In werkelijkheid worden we alleen maar banger en verharden en vervreemden we van onszelf. Maar als we ons niet afsluiten en ons hart laten breken, ontdekken we onze verwantschap met alle wezens.
1e lezing Pema Chödrön
Ons hart ontwaakt op momenten dat we voor dingen zorgen, als we onze bril schoonmaken of ons haar borstelen. Het ontwaakt op momenten van waardering, als we opmerken hoe blauw de lucht is of de tijd nemen om naar de regen te luisteren. Het ontwaakt op momenten van dankbaarheid, als we ons een vriendelijk gebaar herinneren of beseffen hoe moedig iemand is. Het ontwaakt door middel van muziek en dans, kunst en poëzie.
Elke keer dat we onszelf niet meer tegenhouden en naar de wereld om ons heen kijken, elke keer dat we in aanraking komen met verdriet, elke keer dat we in aanraking komen met vreugde, elke keer dat we onze rancune en klachten laten varen, op die momenten ontwaakt ons hart.
2e lezing Marcus 1: 12-15
In die tijd kwam Jezus vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, naar de Jordaan om zich door Johannes te laten dopen. Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in. Veertig dagen bleef hij in de woestijn, waar hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen zorgden voor hem. Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’
Inleiding
Goede morgen lieve mensen, hartelijk welkom op deze allereerste dag in de 40-dagentijd. Fijn dat jullie er zijn en we samen de aftrap kunnen geven aan onze nieuwe serie “De dood overwinnen en het leven aannemen”. Deze serie volgen we gedurende de komende weken, in wat van oudsher de lijdenstijd heet, de tijd waarin het lijden en de dood van Jezus wordt herdacht – en vooral ook de verrijzenis van Jezus op Pasen wordt gevierd.
Welkom ook aan Barbara Wessel en Jasper Merle die voor ons komen zingen. Het is voorjaarsvakantie, en dirigent en pianist genieten van hun vakantie. Geen koor dus. Om die reden heb ik Barbara en Jasper gevraagd te komen zingen. Barbara Wessel zingt klassiek en ik ken haar van haar werk als zangeres tijdens uitvaartvieringen. Jasper zong voor ons tijdens de stilteviering vorig jaar januari.
“De dood overwinnen en het leven aannemen” is ons prachtige thema dit jaar. We vieren immers met Pasen het overwinnen van de dood door Jezus en dat is iets groots. Maar voordat u mocht gaan zuchten dat dat wel erg zwaar klinkt en van lang geleden: we hebben dit thema actueel gemaakt.
We hebben deze weken het thema op onszelf betrokken, op onze levens. Waarin hebben wij met dood te maken, met onze dood, met die van anderen. Kunnen wíj de dood overwinnen en het leven aannemen? En hoe ziet dat er dan uit?
We hebben de aloude thematiek naar het heden vertaalt en stappen graag samen met u de komende weken in de verrassing. We nodigen u uit om deze weken in uw eigen leven de dood te overwinnen en het leven aan te nemen.
Vandaag starten we met ons hart, ons ontwakend hart. Het is de basis: als we ons hart gesloten houden, dan zullen we niet begrijpen wat het leven aannemen inhoudt. We zullen nooit echt beseffen dat ook wij de dood kunnen overwinnen.
In deze serie van zes zondagen vooraf aan Pasen, en ook met Witte Donderdag en op Goede Vrijdag en met Pasen zelf oefenen we ons aannemend hart. Ons ontwaakte en liefdevolle hart kan het lijden in zich opnemen en het kan warmte geven. Het zijn niet de omstandigheden die maken dat we lijden aan het leven, maar het zijn onze reactie erop.
Laten we ons hart tot spreken brengen
en er nu
in stilte naar luisteren.
Overweging
Het nieuws over het skiongeluk van prins Johan Friso en de gevolgen heeft Nederland flink in de greep gehad afgelopen week. Waarschijnlijk zijn velen van u, net als ik, geschrokken van de ernst van zijn situatie en beseffen we weer al te goed hoe kwetsbaar een mensenleven is, of je nu prins bent of niet.
We weten het wel, lijden en dood vallen niet te ontkennen, ook in ons eigen leven niet. Wij allemaal lijden persoonlijk onze verliezen. Dierbaren ontvallen ons, ons succes is tijdelijk, onze zekerheden onzeker. Uiteindelijk zal ook onze eigen gezondheid en leven ons ontvallen. En in deze tijd beseffen we meer dan ooit dat we ook onze maatschappelijk zekerheden verliezen. We weten niet hoe de wereld er door deze dubbele crisis voor ons gaat uitzien.
En dan gaan wij in zo’n tijd een thema aansnijden dat niet mals is. We vragen om het ontwaken van ons hart. Hebben we niet juist nu behoefte aan het afsluiten van ons hart? Even wat minder voelen, even wat afleiding en wat leuks?
We lazen in de tekst dat we dénken dat we onszelf beschermen als we ons afschermen van lijden. Maar dat is niet zo, we worden juist banger. En als we banger worden verharden we ons innerlijk en vervreemden van onszelf.
We reageren allemaal verschillend op het lijden in ons leven. Wat we delen is onze natuurlijke eerste reactie om ervan weg te gaan. In de rouwverwerking geldt dat als het eerste stadium: ontkenning. We willen er niet aan, we proberen het weg te denken, ‘het is niet zo’. Daarna komen er andere reacties: woede, depressie, angst, drama, slachtofferschap, marchanderen of verwijt – dit kan allemaal in ons opkomen als we met ongeluk of lijden worden geconfronteerd. Ik herinner me dat ik innerlijk boos werd op een vriendin die een vergevorderd stadium van kanker had. Een woede in mij zei: “Stel je niet zo aan, doe gewoon”. Dat was een onzinnig reactie, besefte ik zelf. Tegelijk is er niks mis mee, met dit soort gedachten en emoties. Het is heel erg menselijk. Belangrijk is dat je er niet intuint. En dan bedoel ik daarmee dat je niet gelóóft wat je denkt en voelt. Als ik geloofde dat mijn vriendin zich echt aanstelde, dan had ik haar onrecht gedaan. Ik was het die er niet aan wilde, wat er met haar aan de hand was.
We hebben een prachtig symbool in onze traditie dat ik vandaag tevoorschijn heb gehaald: Het Heilig Hart van Jezus. Vroeger hadden we thuis een Heilig Hart beeld. Jezus die zijn ene hand opheft en zijn andere hand naar zijn hart wijst, dat uit zijn lichaam is gesprongen met stralen en al. Dit prachtige zoete plaatje, dat ik hiervoor heb neergezet en dat ook van de voorkant van het boekje afspat, heb ik in een winkeltje gekocht in Vaticaanstad, tussen de rozenkransen, de kruisbeelden en andere religieuze prullaria. En hoewel het een erg hoog kitschgehalte heeft vind ik hem prachtig. Een stralende aanwezigheid vanuit het hart – daar draait het om.
Pema Chödrön beschrijft de alledaagse zaken die ons hart doen ontwaken: zorgvuldig je bril oppoetsen, je haar borstelen, alles wat je met zorg doet. Het hart ontwaakt op momenten van waardering, op het moment van opgaan en genieten van kunst en muziek. Het ontwaakt als we ons niet vasthouden, als we onszelf niet beschermen tegen leed, als we onze verharding loslaten, onze rancune en zelfbescherming laten varen. Het brengt ons helderheid, verwondering en dankbaarheid. Het hart ontwaakt als we het durven laten breken.
Jezus heeft dat goed beseft, hoe dicht bij elkaar succes en falen liggen, angst om groots te zijn en angst om te sterven. Hij gaat de woestijn in, nadat hij is erkend door de hemel. In jou vind ik vreugde, roept de hemel hem toe. In jou vind ik vreugde: dat is zonder voorwaarden, daar hoeft hij alleen maar zichzelf voor te zijn, niets meer en niets minder. Wat een zachtmoedige erkenning. Toch trekt Jezus zich direct terug in de woestijn, in de dorre omgeving van overleven en beproefd worden. Het is intrigerend waarom hij dat doet, wat drijft hem die woestenij in? Ik vermoed dat het ook voor hem beangstigend is om helemaal aanvaard te zijn zoals hij is, om helemaal te mogen zijn zoals hij is, helemaal groots. De angst om groots te zijn is levensangst, hij bestaat echt. Misschien gaat het wel om dezelfde angst, bij levensangst en doodsangst. Misschien is het de angst om hier helemaal in het moment te zijn dat voorbijgaat.
Jezus overwon zijn angst, hij overwon de Satan in de woestijn. En hij ging zijn roeping achterna en werd onze Messias. En we weten waar dat eindigde, op Goede Vrijdag en met Pasen. Jezus werd gedood en heeft de dood overwonnen.
De dogmatische versie van Pasen zegt dat Jezus lijfelijk is opgestaan uit de dood, en dat hij met dat lichaam opsteeg naar de hemel. Hoe het ook zij, ons is dat niet gegeven. Onze lijfelijke dood kunnen wij niet ongedaan maken. We zullen sterven – dat is zeker. Maar de macht van de dood is niet het feit dat wij sterven, de macht van de dood is onze angst voor de eindigheid.
Er zijn namelijk twee soorten angst. De functionele angst waarschuwt ons om te vluchten als er brand uitbreekt. Die angst zullen we nooit overwinnen en dat is maar goed ook – het is onze overlevingsdrang. De tweede soort angst is de mentale angst, de angst die tussen de oren zit. Deze angst wordt opgeroepen door onze ideeën en denkbeelden. We zijn bang voor verlies, voor afscheid, voor aftakeling, voor sterven, voor eenzaamheid – ja wij zijn zelfs bang om voluit en groots te leven. Dit is de macht van de dood over ons, dat we er bang voor zijn, bang voor de dood, bang voor het leven. De enige manier om de angst te overwinnen is door haar recht in het gezicht te kijken en naar haar toe te gaan. Dat is simpel en tegelijk ook heel moeilijk. Als we de angst overwinnen, overwinnen we de dood. De dood is overwonnen als we de angst hebben overwonnen. We gaan dan nog steeds dood, alleen is dat niet zo’n ramp meer.
Er is een Tibetaanse meditatiemethode die ik vaak toepas als de emoties me te veel worden en de angst me bij de keel grijpt. Simpel gezegd komt het erop neer dat je je openstelt voor de emoties die je liever kwijt bent: schrik, woede, angst, pijn. Je ademt ze in, neemt ze helemaal in je op. En je ademt al je liefde of dankbaarheid of begrip of mededogen uit, als het tegengif van wat je schrik aanjaagt. Je neemt dus op wat je het liefst af zou willen stoten, je ellende, en wat je zou willen vasthouden, je geluk, dat adem je juist uit en laat je los. En opnieuw: bij de inademing adem je de ellende in en bij de uitademing adem je zachtheid uit.
Het is een tegennatuurlijk gedrag waarvan je misschien denkt: ik ben daar gek, ik ga niet inademen wat ik kwijt wil! Maar het is een meditatie die je angst voor pijn vermindert en die mededogen en vriendelijkheid oproept. Kortom, de meditatie doet je hart ontwaken. Het effect is te vergelijken met een liefhebbende moeder die haar boos en verdrietig kind omarmt. En je bent het beide, het boze kind en de liefhebbende moeder.
Ik raad het je aan, deze meditatiemethode: je wordt er onverstoorbaar van, krachtig en teder, allemaal tegelijk. Adem alle pijn in en adem al je liefde uit.
Pema Chödrön heeft veel vertelt en geschreven over de ervaring van angst en pijn. Ergens schrijft ze over succes en falen, over geluk en ongeluk, en ze zegt dat je ze beide in je leven nodig hebt om een evenwichtig mens te worden. Geluk en succes maken je energiek maar teveel geluk en succes maakt je onverdraagzaam en onbuigzaam. Ongeluk en falen maken je zacht maar teveel ongeluk en falen maakt je zwak, krachteloos. De ervaringen van geluk en ongeluk zijn allebei nodig om tot een evenwichtig mens uit te groeien, tot een krachtig en teder mens. En het hart ontwaakt als ze er allebei mogen zijn.
Wanneer ontwaakt het hart? Het hart ontwaakt op momenten van waardering. Het ontwaakt als we ons niet vasthouden, als we onszelf niet beschermen tegen leed, als we onze verharding loslaten, onze rancune en zelfbescherming laten varen, als we het leven waarderen, wat het ook brengt.
Laten we het beide omarmen: het geluk én het lijden dat op ons pad komt. Het is niet ingewikkeld. Je kunt het want je voelt het. Als je hart ontwaakt voel je dat. Je verzacht en alles wordt lichter en warmer en kwetsbaarder en kostbaarder.
De tijd is aangebroken, het koninkrijk Gods is nabij. Ieder moment opnieuw kan je beseffen dat je leeft, dat het kostbare geschenk van leven je gegeven is hier en nu.
Laten we het leven aannemen!
Zondag 22 januari 2012 - Steeds weer nieuwe wateren
Diana ging voor met Natalie Hakhoff
Teksten
Herakleitos:
Alles stroomt, niets blijft stil. Steeds weer nieuwe wateren omspoelen hen die in dezelfde rivier stappen.
1e lezing Marcus 1:1-14
Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.
Het staat geschreven bij de profeet Jesaja:
2e Lezing Marcus 1: 14.22
Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’
Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden hem. Iets verderop zag hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, en direct riep hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en volgden hem.
Ze gingen op weg naar Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schrift¬geleerden.
Overweging
Het was de eerste avond dat ik in Senegal was, afgelopen december. We logeerden in een gewoon huis in een middenklasse-wijk. We deden ons balkondeur open en er golfde geluid naar binnen. Ik hoorde veel stemmen van mensen, geroezemoes, gelach, gepraat, gezang, van alles door elkaar. Ik vroeg me af waarom er toch zoveel mensen op straat waren. Nou ja, straat, het was geen bestrate weg, de wegen in de wijk waren allemaal smalle zandwegen tussen de betonnen woningen. Ik vroeg me dus af wat voor drukte dat op de zandweg was, midden in de stad. Ik liep het balkonn op en keek naar beneden en zag een lege zandweg. Het lawaai was er wel, maar het beeld in mijn hoofd dat erbij hoorde, dat was er niet. Geen druk straatbeeld. Het duurde even voor ik besefte dat niet alleen wíj de balkondeur open hadden maar dat dat in de hele straat zo was: nergens was er glas in de ramen en in ieder huis wonen veel mensen. Als de mensen thuis zijn hebben ze de luiken en deuren open, voor het licht, voor frisse lucht. En dan hoor je dus alles van elkaar.
Nieuwe ervaringen kunnen alleen binnenkomen als je in staat bent om het oude los te laten, als je niet vasthoudt aan je oude normen en waarden, aan de bekende interpretaties en je eigen gelijk.
Tijdens mijn reis naar Senegal werden mijn beelden voortdurend op de proef gesteld. Ik wist situaties niet goed te duiden, had er niet het juiste referentiekader voor. Op zulke momenten besef je pas dat er altijd vooronderstellingen zijn van waaruit je kijkt en oordeelt. Bijvoorbeeld dat docenten die jongeren les geven op school daarvoor natuurlijk betaald worden en dat artsen en verpleegsters die in het ziekenhuis werken ook salaris krijgen uitbetaald, dat de overheid daarin betrouwbaar is. Of dat wie 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar is als huishoudelijk hulp wel uitgebuit en ongelukkig moet zijn, en dat een vrouw die de derde vrouw is van een man er wel slecht aan toe moet zijn. Nee dus, je ideeën en oordelen moet je kunnen loslaten als je wilt zien hoe alles er écht uitziet, en niet zoals je dénkt dat het er uit ziet. Hoe snel denken we te herkennen wat een ander zegt, hoe snel denken we te begrijpen wat hij of zij bedoelt? Ga maar eens na hoe snel dat gaat.
Als wij de bijbelteksten lezen moeten we dat ook doen, tot ons door laten dringen wat er nu echt staat en wat we dénken dat er staat. De tekst die we lazen kondigde het begin van het evangelie van Jezus van Nazareth aan en verhaalt hoe Jezus begon om de mensen te onderwijzen en hoe hij leerlingen wierf. Geen sprookjesbegin zoals in Lucas en Matteus met een wonderlijke geboorte en bijzondere jeugd, geen drama zoals in Johannes, maar een simpele heldere start zoals ieder mens zou kunnen overkomen.
Johannes de Doper doopt de inwoners van Judea én Johannes kondigt de messias aan. We lezen dat ook Jezus zich laat dopen, dat hij de hemel zag openscheuren en dat hij een duif zag en een stem hoorde die zegt dat hij een geliefde zoon is. Jezus weet dan dat het de Heilige Geest is die op hem neerdaalt en dat het de stem van God uit de hemel is. Otewel: Jezus herkent zichzelf als de messias.
Met het lezen van Bijbelteksten is het al net zo lastig om ze als nieuw te lezen. De bekende interpretaties van die teksten hebben ons al om de oren geslagen, voordat we de tekst zelf goed gelezen hebben. Zo heb ik altijd gedacht dat alle aanwezigen ook het openscheuren van de hemel en de stem van God hoorden, die Jezus als zijn geliefde Zoon aanwees. Maar dat staat er dus niet in deze tekst. Hij is het alleen die de stem hoort en de duif ziet. Geen openbare erkenning maar innerlijke beleving. Verrassend!
Wat me verder opviel is dat meestal het vervolg van de tekst, de laatste alinea van onze eerste lezing wordt weggelaten in de gewone schriftlezingen. Dat zegt: ‘Meteen daarna dreef de Geest hem de woestijn in’ – en als het weggelaten wordt is het alsof het niet bij het verhaal hoort. Maar het hoort er wel degelijk bij. Als het tot Jezus doordringt dat hij een bijzondere missie heeft op deze aarde, moet hij zich bezinnen voordat hij met die missie aan de slag gaat. Hij moet spoken verdrijven, onzuivere intenties bij zichzelf herkennen en wegnemen, hij moet zijn geest zuiveren door meditatie in de woestijn – voordat hij waarachtig de Messias kan zijn.
En in het vervolg van het verhaal zien we dat hij begint te prediken en direct succesvol is, jongeren laten hun werk en hun familie achter en volgen hem. Toch lijkt hij in eerste instantie niet zoveel anders te vertellen dan de andere predikers en dopers. Maar hij heeft zijn helderheid bereikt, hij heeft charisma. Zijn uitstraling maakt dat mensen in hem geloven en hem volgen. Net zoals wij in onze tijd mensen als de Dalai Lama, Au Sang Suu Kyi, Nelson Mandela, Moeder Teresa, Marten Luther King volgen. Wij, de volgers, laten door hun helderheid en uitstraling het oude bekende achter en moeten hen wel volgen.
We hebben allemaal onze roeping, al komt die waarschijnlijk niet zo spectaculair tot ons als bij Jezus. Maar er zijn in ieders leven dingen te doen die we moeten doen, die ons leven zinvol en vervullend maken. Soms dringt dat ineens tot je door.
Als je beseft wat jouw roeping is, ga je je er nog eens op bezinnen om er helder in te staan, om je intenties te zuiveren en om een goede start te maken. Je bezinnen betekent dat je de spoken van het verleden wegjaagt, de spoken van wat je bekend is en je tegenhoudt. Voor Jezus begint het avontuur: hij weet ook niet wat het betekent om Messias te zijn, hij moet ook nog maar beginnen. En zelfs hij heeft zijn onzuivere verlangens, zijn vooronderstellingen gehad, die hij moest uitzuiveren.
Als we het hebben over het wegnemen van interpretaties en vooronderstellingen is dus eerst het besef nodig dat je ze hebt. Je kunt pas echt onbevangen zijn als je dat wat je bevangen houdt ziet en loslaat. In Senegal was dat minder moeilijk dan hier. Ik liep er vanzelf tegenaan in contact met de mensen. Maar ook daar kun je je, net als overal, verschuilen achter algemeenheden als polygamie is onderdrukking van de vrouw of ieder mens moet toch een privéleven hebben. Het brengt je geen steek verder om dat soort opvattingen en meningen te verkondigen. Je verliest het echte contact.
Er is nog een ander verhaal over de rivier dat hier bij past. De Boeddha vertelde een verhaal over een man die een vlot had gebouwd om de rivier over te steken. Hij vond het vlot zo mooi en het had hem zo goed geholpen de rivier over te steken dat hij het met zich meesjouwde toen hij het oerwoud introk. Hoe onhandig tussen de struiken en de lianen zo’n zwaar en breed ding op zijn nek. Hij kon er geen afstand van doen.
Zo gaat het ook met onze meningen, onze overtuigingen en onze oordelen, ze zijn ooit nuttig geweest en nu kunnen we er geen afstand van doen. Ze zitten ons in de weg om het nieuwe te doen. Hou toch op, zeul je verleden niet met je mee, laat je meningen varen en zet de luiken open. Wees onbevangen!
Beginnen, we doen het iedere dag weer. Hoe bekend ons leven ook lijkt, het is levenskunst om steeds in dezelfde rivier te stappen en te beseffen dat het nieuwe wateren zijn waarin je stapt. Laten we het vlot op onze nek voelen en afwerpen.
Dan zullen we ervaren wat we gezongen hebben:
Moge het zo zijn
Toegift:
Er waren 2 monniken die door het land trokken, zoals boeddhistische monniken vroeger deden. Bij een rivier die ze moeten doorwaden, staat een vrouw die niet naar de overkant durft. Een van de twee monniken neemt haar op zijn rug en draagt haar naar de andere kant. De monniken lopen zwijgzaam verder. Uren later zegt de andere monnik: waarom deed je dat, je weet toch dat we geen vrouw mogen aanraken. Waarop de eerste monnik zegt: Ik heb de vrouw opgepakt, haar de rivier overgedragen en haar daar achtergelaten. Jij draagt de vrouw nog steeds bij je.