Twintig, dertig jaar geleden was ik In de Vrouwenzaak, zoals sommige mensen In de Heer zijn. Het vuur brandde, alles moest ondersteboven, en er was maar een ding van belang: het aanwijzen en bestrijden van vrouwenonderdrukking. Nu leid ik mijn geëmancipeerd leventje, met een vriendelijke man die heeft leren koken en wassen. Ik heb een verantwoordelijke baan en ik ben als vrouw voorganger in De Duif. Het vuur van mijn feminisme is wat gedoofd, al is het niet uit. Pas geleden voelde ik het allemaal weer oplaaien.
Ik krijg e-mails van Al Nisa, een stichting van Nederlandse moslimvrouwen, waar ik lid van ben. Vele uitnodigingen van bijeenkomsten over, van en met moslims. Aankondigingen van verkiezingsdebatten over voor islamieten belangrijke onderwerpen, bedelbrieven voor moskees, uitnodigingen voor weekends, vrouwenfeesten, dialoogavonden, seminars, debatten over angst voor islam, lezingen over bekeringen, enzovoorts. Zo weet ik dat Esma Choho, een jonge Marokkaanse moslima, samen met de Rode Hoed een training voor persoonlijke ontwikkeling organiseert, gebaseerd op de 5 islamitische zuilen voor moslims en anderen. Er gebeurt ongelooflijk veel, jonge islamieten, jonge moslima’s zetten van alles op.
Ik ben naar een aantal bijeenkomsten geweest. Irshad Manji was in Nederland, die van Pakistaans-Ugandees-Canadese afkomst is: hoe allochtoon kan iemand zijn? Ze vertelde aan een zaal vrouwen vol verve over haar boek “Het Islam Dilemma”, een prachtig boek waarin ze zichzelf als kritische lesbische moslima profileert en de heilige huisjes van de Islam bestrijdt, juist vanuit haar geloof in de Islam. Ik zag ook Amina Wadud, een zwarte tot de Islam bekeerde Amerikaanse vrouw, die nu hoogleraar is in de Verenigde Staten in Islamstudies en zich neerzet als spiritueel leider. Ze heeft in het openbaar in New York het vrijdaggebed gemengd geleid. Door deze actie riep ze verschillende fatwa’s over zich uit. Ze lapt ze aan haar laars: “Niemand heeft het recht om een fatwa over mij uit te spreken”. Mooi vond ik haar uitspraak dat ze de hidjaab (hoofddoek) vooral draagt bij openbare bijeenkomsten. Als ze thuis het gras maait, zegt ze, draagt ze geen hoofddoek.
November 2006 spande de kroon, het was de maand van “Islamitisch feminisme”. In Barcelona kwamen 3 dagen lang 400 moslima’s uit de hele wereld bijeen om op te roepen tot een strijd voor gelijkheid: “om te strijden tegen polygamie, huishoudelijk geweld en tegen een macho interpretatie van de Islamitische Sharia-wetten.” Twee weken later verscheen er in Nederland “Het Islamitisch Vrouwenmanifest”, ondertekend door 100 vrouwen. Het manifest roept moslimvrouwen in Nederland op hun stem te laten klinken, en samen met moslimmannen het principe van gelijkwaardigheid van vrouwen en mannen in woord én daad uit te dragen. “Zelfbeschikkingsrecht, vrijheid op grond van gelijkwaardigheid, lichamelijke veiligheid en integriteit, onderwijs en economische zelfstandigheid, zijn grondrechten van moslimvrouwen die legitiem zijn op grond van de Koran en de Soenna.” zegt het manifest.
Feministische moslima’s beschouwen de hadith - de later ontstane overleveringen over de Profeet – niet als heilige teksten. Dat schiet op, want juist de hadith grossiert in vrouwenhaat. Wadud aarzelt zelfs niet om Allah tot sekseneutraal wezen te verklaren. Nergens in de Koran staat volgens haar expliciet dat God mannelijk is. Dat heeft de traditie ervan gemaakt. Onbekommerd noemt ze Allah He, She en It. Vooral Arabische mannen, vertelt ze geamuseerd, jaagt ze daarmee hoog in de gordijnen.
Zet ‘m op dames, ik doe mee.
bronnen:
de site van Al Nisa
de site van Irshad Manji
Diana Vernooij
terug naar: start
Dit is de site van Diana Vernooij