Artikelen © Diana Vernooij 2011
terug naar Artikelen

Tegengif tegen trots

artikel in Open Deur herfst 2011

‘De begeerte en trots van de dwaas nemen toe’, zegt de Boeddha in de Dhammapada. ‘De wijzen vormen zichzelf. Zij hebben hun zinnen in toom en zijn vrij van trots en hebzucht.’ Over de betekenis van nederigheid in het boeddhisme.

Nederigheid als deugd kom je weinig tegen in het boeddhisme. Trots wel, want trots – jezelf groter en belangrijker achten dan een ander – is het tegenovergestelde van nederigheid. Trots wordt, als ze voortdurend in je geest binnendringt, een stemming die op den duur een karaktertrek kan worden. Je hebt dan een vastgeroest oordeel over jezelf, los van wat je doet: ‘Ik ben geweldiger dan jij.’ Van zo iemand zeg je dat hij een groot ego heeft.

Tegengif

In het boeddhisme vind je weinig aansporingen om nederig te zijn, maar des te meer om je trots te overwinnen. Er zijn drie manieren waarop we onze trots (en iedere negatieve emotie) kunnen overwinnen. Het worden de manieren van de beginneling, de gevorderde en de expert genoemd.

Elke emotie heeft een specifiek tegengif. Voor haat is dat liefde, voor woede geduld, voor jaloezie medevreugde en voor trots nederigheid. Als tegengif tegen trots ontwikkel je nederigheid door waardering voor een ander te hebben en je eigen defecten onder ogen te zien. Dat is de eerste manier om destructieve emoties te overwinnen.

De volgende stap, die van de gevorderde, is het ontwikkelen van een tegengif tegen alle negatieve emoties: meditatie. Meditatie is hét medicijn van de Boeddha tegen het ego. In meditatie oefen je om volledig aandachtig te zijn. Als je aandachtig bent, kun je zien wat er bovendrijft aan gedachten en emoties. Je zult eerder herkennen dat er trots in je is. Je zult beseffen dat je het tegengif kunt inzetten en dat het werkt.

Zon zijn

Maar meditatie doet meer. Als je goed leert mediteren, kun je uiteindelijk verlichting bereiken. Verlichte mensen zijn helemaal bevrijd van verstorende emoties zoals trots. Ze leven vanuit liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid. Dit is het ideaal waar iedere boeddhist naar streeft. Als je zonder verstorende emoties of gedachten bent, wordt dat het verwezenlijken van je oorspronkelijke natuur genoemd. Bij meditatie kun je dat oefenen, om het vervolgens in het dagelijks leven in praktijk te brengen.

Er is een helderheid in ons die onveranderlijk, tijdloos en zuiver is. Bij gebrek aan beter noemen we het een ‘leeg bewustzijn’, dat aandachtig aanwezig is en accepteert wat het leven brengt. Onze oorspronkelijke natuur is als de zon die verschijnt zodra de wolken zijn weggewaaid. Onze gedachten, emoties en alle patronen die we met onze geest maken, zijn als die wolken. Meestal steekt ons hoofd in de wolken, maar we kunnen ook leven in het heldere licht van onze oorspronkelijke natuur.
Meditatie laat ons met aandacht kijken naar onze emoties, onze trots. Het geeft ons inzicht dat de emoties niet zo sterk en solide zijn als ze lijken. We zien ze werkzaam, we herkennen hun tactieken en daarom kunnen ze ook weer verdwijnen zonder ons verder te verstoren.

Katalysator

De derde manier om emoties als trots aan te pakken is de weg van de transformatie. We proberen de trots niet te neutraliseren. Met de volledige aandacht die we leerden in de meditatie, kunnen we iedere emotie benaderen. We zetten de trots in als een katalysator om precies uit te komen bij die aspecten van het Zijn waarmee we het contact waren kwijtgeraakt: in dit geval zelfkennis en de waardering voor anderen. Je begeeft je in het tumult van de trots om uit te komen bij de nederigheid. Dit is de weg voor de expert. Je moet weten hoe de emotie tegemoet te treden. Je geest moet de emotie kunnen schouwen en ervaren zonder erdoor verstoord te raken. Het gevaar zit erin dat je met de verkeerde aanpak de trots juist versterkt.

Geen doel op zich

De grote ontdekking van de Boeddha was dat we niet keihard hoeven te strijden tegen de emoties die ons drijven om ze te overwinnen. We hoeven onszelf niet te kastijden of te forceren. Trots - en iedere andere ondermijnende emotie - verdwijnt, als het gekend wordt, gezien en doorleefd. Nederigheid is een middel om de trots te zien en te overwinnen, nederigheid is geen doel op zichzelf. Als het zijn werk als tegengif heeft gedaan en de trots weg is, kan ook de nederigheid verdwijnen.

Wie nu denkt dat je ongevoelig wordt als je je eigen emoties hebt uitgezuiverd, heeft het mis. Integendeel: je hebt dan een innerlijke stabiliteit ontwikkeld en je hebt helderheid en aandacht vrij gemaakt. Daarmee ben je juist meer gevoelig voor het geluk en het lijden van een ander.
En als trots weer in je gemoedsrust binnensluipt, begin je opnieuw. Hoe ver je ook bent afgedwaald: het stralende licht van je eigen natuur is altijd maar een halve ademhaling bij je vandaan.

terug naar: start
Dit is de site van Diana Vernooij