M’Bay, directeur
van de vakschool in Mboro
Een vriendelijke wat gereserveerde man verwelkomt
ons als we het terrein buiten de stad Mboro oprijden.
Zes jaar is hij al leraar, wist ik. Nu zien we op zijn bureau een envelop
gericht aan de directeur. Promotie gemaakt? Hij glimlacht, het stelt niet veel
voor. Zijn bureau ligt vol met stapels papier. We zitten op een paar houten
stoelen. Hij maakt een bakje Nescafé voor ons. Ergens van ver scharrelt een
leerling een paar zakjes oplosmelk voor me op. Dan leidt
hij ons rond langs gebouwen, lokalen en vertelt over plannen en projecten.
Een bossige
omgeving, losse gebouwen, zandwegen ertussen. Een refectorium zonder tafels en
stoelen, die waren elders nodig. De studenten zitten er op de grond bij het
eten, vertelt hij. Op een boom staan de roosters van iedere dag en afdeling. Het
verbaast me hoeveel afdelingen ik zie staan op het rooster. We zien niet meer
dan een stuk of 20 leerlingen in totaal rondlopen.
Een lokaal met een stuk of zeven slungelige jongens.
Het zijn jongeren uit de omgeving die een snelcursus voor elektriciens krijgen.
De meeste leerlingen wonen hier voor een jaar of twee jaar. Op de vakschool
zijn de vakken: bouwen, autotechniek, elektriciteit, metaalbewerken,
houtbewerken en er is ook een kappersopleiding. De meisjes zitten niet alleen
op de kappersopleiding, ik zie er een lopen in een overall. De regering
bevordert positieve discriminatie in de techniek, zegt de directeur.
Waarom vind ik de man en de school zo sympathiek
en ben ik ook zo triest? Het computerlokaal ziet er geweldig uit. Uit Luxemburg
gekregen van de scouting, zoals zoveel. Als ik opmerk dat er veel kabels
liggen, hoor ik dat het internet nog niet is aangesloten, daar zijn ze nog mee
bezig. Ik bijt op mijn tong, botte Hollander.
We worden langs het kippenproject geleid,
althans de kippen zijn dood gegaan door een virus. Een kippenproject lijkt zo
makkelijk maar het is kwetsbaar en virusgevoelig. Ze moeten het weer opnieuw
opstarten. We zien een tuintje met wat planten – een individueel projectje om
wat geld te verdienen. We zien een serie gebouwde muurtjes. Muurtjes van
betonblokken en zand gemaakt, zonder cement – zodat ze steeds opnieuw kunnen
beginnen. Een berg steenschilfers: als je dat vermaalt kun je klei maken, voor het
nieuw op te zetten project pottenbakken.
Het gebouw van de kappersopleiding is in verbouwing.
Er hangen platen aan de muur van geknipte modellen. De overdekte veranda wordt
bij het lokaal getrokken, zodat er meer plek is voor het leslokaal. Er hangt
een groepje jongeren rond die aan het slopen zijn, zo te zien.
De windmolen is gemaakt door iemand die daarna
in Dakar ging werken. De koeling werkte op de windmolen. Maar nu is de
windmolen stuk, niemand weet hoe die te maken. En ook is het eigendom niet van
hen, dus kunnen ze hem ook niet slopen om de onderdelen te gebruiken. Ze hebben
de koeling maar weggehaald. Onderweg, vlak voor Mboro
hebben we ook 5 niet functionerende windmolens te zien, de bladen waren er af.
In de houtbewerkingsafdeling zaagt de docent
eenzaam een grote hoop latten aan stukjes. Hij toont ons werkstukken van
leerlingen. Een stoel is een eindexamenproject. Bij metaalbewerking zijn een
paar jongeren aan het lassen. Ze lachen en lonken. Ze proberen ons over te
halen ook iets te komen lassen.
Weinig leerlingen. Het kan toeval zijn, of de
aanstaande vakantie, maar het kan ook malaise zijn die ik opsnuif. De kippen zijn
immers ook al een paar jaar dood.
Er is een hele kleine hulppost voor EHBO. Het
ziet er oud en goed gebruikt uit. Niet alles doet het meer en er is behoefte
aan medicijnen en verband. Uit de omgeving komen er soms ook mensen langs. Er
hangt een poster tegen aids.
Zijn school bestaat nu zes jaar, vertelt de
directeur. Dankzij hulporganisaties uit het buitenland bestaan ze nog steeds.
De scouting in Luxemburg steunt hen enorm. De overheid betaalt de docenten
niet uit, na zes jaar nog steeds niet.
Dan brengt hij ons bij een lagere school in Mboro, die hoort bij dezelfde organisatie. Een lagere
school waar met name de kinderen welkom zijn die moeilijkheden hebben omdat ze
wees zijn of gehandicapt of onhandelbaar. Een enthousiaste vrouw laat ons een
paar lokalen zien. Kinderen liggen op een kleed de grond te slapen.
En hij wil ons ook nog een ander project laten
zien, een binnenplaats met een bar – waar hij ons rijst met vis en uiensaus
aanbiedt. Een groepje mensen pakt cadeautjes in. Dat is voor Kerstmis voor die
kinderen die nooit cadeautjes krijgen.
De bovenverdieping wordt verbouwd, daar moet
een restaurant komen. Een waanzinnig mooi uitzicht, vrolijke kleuren, het is
bijna klaar. Ze hopen er geld mee te gaan verdienen voor de scholen. Ik kruis
mijn vingers dat dit project echt doorgaat.
terug naar: start
Dit is de site van Diana Vernooij