Zenpeacemakers, december 2015 Diana Vernooij
Hoe dicht het Godsgeloof van een diep christelijke vrouw kan staan bij onze Boeddhistische intentie van: niet weten, erkennen wat is en actie die hieruit voortkomt, bleek mij afgelopen maandag. Ik was bij de boekpresentatie van “Voor wie niet in wonderen gelooft”, een boek over de veerkracht van een Rwandese vrouw die de genocide overleefd heeft. Mama Lambert verloor ouders, zus en broer, man en 5 van haar 8 kinderen – ze waren allemaal vermoord. Mama Lambert heeft een sterk geloof in God en ze is dit najaar afgestudeerd als theologe.
Ooit onderwijzeres, heeft ze die baan vaarwel gezegd om te kunnen werken aan de ondersteuning van weduwen en wezen na de genocide van 1994 in Rwanda. Traumaverwerking, evangelisatie, groepsgesprekken, gemeenschapsopbouw – want wie alleen is overgebleven heeft een nieuwe familie nodig en nieuw geloof om goed te kunnen leven: daar werkt ze voor. “Door te luisteren en te begrijpen, door hen weer als mensen te benaderen, kunnen de vrouwen hun leven terugvinden,” zegt ze.
Mama Lambert zinkt op haar knieën op het podium om God te danken voordat ze begint te vertellen over haar ervaringen. Vergeving is haar centrale thema. De moordenaar van haar 2 dochters schreef haar vanuit de gevangenis en had haar om vergeving gevraagd – tot twee keer toe. De eerste brief van de moordenaar, waarin hij precies vertelt wie hij met zijn groep heeft vermoord en hoe, gooide ze woedend aan de kant. “Snel proberen te vergeten! Niet meer aan denken! Ten minste, dat was de bedoeling, maar zo zit een mens, ik dus, blijkbaar niet in elkaar. De brief had meer losgemaakt dan ik had verwacht. Vreselijke beelden kwamen boven. Altijd maar weer maalden de scenes van de talrijke moorden door mijn hoofd. Het werd een obsessie. Zou ik die allesoverheersende gevoelens ooit kwijtraken?”(noot 1)
Twee jaar later kwam een tweede brief die ze bewust is gaan lezen en herlezen. “Naast de diepe gevoelens van weerzin die ook deze brief bij me opwekte, werd ik me er toch meer van bewust dat ik mijn leven niet op deze manier kon voortzetten. Ik moest ophouden hem in mijn hoofd te veroordelen,wraak te nemen, mezelf voortdurend als slachtoffer van zijn misdadig gedrag te beklagen. Ik besefte dat er maar één manier was om de moordenaar uit mijn hoofd te verdrijven en mijn beschadigd bestaan zin te geven en leefbaar te maken. Mijn opdracht luidde: hem vergeven. Door vergeving laat je je verleden gaan en sta je genocide niet toe om deel van je leven te blijven. Terugkijkend, constateer ik dat vergeven een rijpingsproces is dat de nodige tijd vergt. "Mij heeft het zes inspannende jaren gekost, zes lange jaren, met hulp van anderen en door veel te delen met anderen.” Vergeven vergt immense moed, meent Mama Lambert. “Het betekent dat ik tegen de opstandige vlagen van verdriet en woede ín durf te gaan, door me telkens bewust voor te spiegelen dat ik bereid ben om te veranderen. Dat houdt ook in: gemeend ingaan op de spijtbetuigingen van de dader. Vergeving vragen en vergeving schenken zijn twee essentiële voorwaarden om samen verder te kunnen leven, maar zij zijn wellicht ook het moeilijkst te realiseren. Het meest moeilijke is om te luisteren, om de weerstand die uit wrok of schaamte voortkomt te overwinnen.”
Vergeving vragen en vergeving schenken vinden hun oorsprong in het hart, meent Mama Lambert. Is het eerlijk en gemeend bedoeld, dan zal dit positief uitwerken op de geest. “Vergeving gaat samen met het kunnen luisteren naar de moordenaars, en iets voor hen doen waardoor ze zelf gaan nadenken.” Tegelijk waarschuwt ze ervoor om vergeven te zien als synoniem met vergeten. “Hoe kun je zoveel verschrikking vergeten, hoe kan ik mijn kinderen vergeten, alle ellende die ik heb gezien? Je moet ook blijven herinneren om te voorkomen dat het opnieuw gebeurt. Nee, vergeving is niet hetzelfde als vergeten. Maar je hardnekkig vastklampen aan het noodlottige verleden en pijnlijk verdriet biedt geen perspectief.” En ze beseft heel goed: “Je kunt niemand dwingen om te vergeven. Vergeving kan niemand je leren. God alleen kan het je geven.”
Mama Lamberts kracht uit zich in haar godsbeeld. Ze gelooft in een God die nabij is, bij alle slachtoffers. Hij is de brenger van Leven en altijd aanwezig bij de mensen die tot hem bidden om hulp. Hij is bij de mensen die stierven, en bij degenen die overleefden. e moordenaars, díe moordden omdat ze dachten dat God dood was, dat zij daarom geen morele verantwoordelijkheid meer droegen, en dat zij daarom konden plunderen, verkrachten en moorden.
Vrouwen als Mama Lambert, vrouwen die overleefden, vrouwen die hebben leren vergeven: dat zijn de ware helden van de oorlog. Zij blijven de verhalen van hoop vertellen. Haar God helpt haar om niet te weten, om de haat en de weerstand los te laten. Daardoor kan ze kijken, luisteren, de verschrikkingen onder ogen zien. Ze kan de daders ter verantwoording en de slachtoffers tot nieuw leven roepen en werken aan een nieuwe samenleving van daders en slachtoffers samen.
Noot: “Voor wie niet in wonderen gelooft” de veerkracht van een Rwandese vrouw die de genocide overleefde, Mama Lambert en Hans Dekkers, Oisterwijk: Wolf Legal Publishers 2015, p 186 en verder. De citaten uit deze column zijn deels afkomstig uit het boek, deels opgetekend tijdens de boekpresentatie.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief op: Zenpeacemakers Lage Landen.