Ik was aan het werk om een column te schrijven over “Iedereen is hier welkom”, een uitdrukking die wij zo graag gebruiken voor hun sangha, hun kerk, hun hospice, hun buurthuis – omdat we zo graag ruimhartig willen zijn en open voor alle mensen. Ik wilde uiteen zetten dat het sympathiek klinkt maar zo onmogelijk moeilijk om waar te maken.
En toen werd Europa overspoeld door vluchtelingen, verzwolgen de zeeën de mannen, vrouwen en kinderen, en zagen we het allemaal voorbij komen in de krant en op tv en op facebook. De beelden, de filmpjes, de standpunten. Hoe graag zou ik niet willen dat wij zeggen: “Iedereen is hier welkom!” en dat iedereen zich ook welkom voelt en blij is.
“Iedereen is hier welkom” – Mijn collega ging eind augustus naar Lesbos op vakantie en mailt dat ze met haar huurauto de eerste dag al verstijfd langs groepjes wanhopige vluchtelingen rijdt. Ze besluit dat het geen strand en zwembad wordt - ze sluit zich aan bij een vrijwilligers-groep voor het uitdelen van voedsel en drinken. De eerste man die ze eten geeft weigert, hij wil liever geld.
Er zijn mensen bang voor hordes buitenlanders met een andere cultuur die onze zekerheden en vrijheden overhoop gaan gooien; Geert Wilders spreekt Zeewolde toe omdat hij tegen opvang is, iedereen moet maar terug naar de eigen regio.
Een foto van een jongetje, zacht en zoet liggend in de verdronken branding brengt Europa in rep en roer.
Ik had willen schrijven over hoe moeilijk het is voor daklozen om zich in een doorsnee hospice welkom te voelen, net zoals het moeilijk is voor homo’s om zich in een doorsnee kerk welkom te voelen. Er is zoveel meer voor nodig dan de bezwering: “Iedereen is hier welkom”. Wanneer voelt iemand zich welkom? Wanneer voelt een homo zich welkom in een kerk met de lange traditie van afkeuring en veroordeling? Heeft hij niet liever een uitbundige homoviering op een plein, een roze lappen om een kruisbeeld, en halfblote dansende mannen en kitscherige strijdliederen? Voelt een dakloze zich welkom in een hospice in een keurig burgerhuis met elke dag schone lakens en alle hygiëne en fleurig aangeklede kamers met lieve dames als vrijwilligsters? Heeft hij niet liever een kratje pils onder zijn bed en een paar asbakken erbovenop en wat luidruchtige mensen om zich heen om zich welkom te voelen?
En al die vluchtelingen? Ik schiet in tranen als ik een wanhopig boze man bij de trein zie schreeuwen dat hij niet naar een vluchtelingenkamp wil in Hongarije maar naar Duitsland.
Het met duizenden vluchtelingen overstroomde station in Boedapest: mensen die zich rond de treinen verdringen omdat ze naar Duitsland willen, naar het beloofde land van degelijkheid en huizen en banen en eindelijk rust. Wanneer voelen zij zich welkom in Europa? Het warme welkom, gescandeerd in het station in Duitsland: voelen de mensen zich echt welkom?
Er zijn veel particuliere initiatieven, mensen willen wat doen. De facebookpagina “Ik ben een Gastgezin voor een Vluchteling” neemt een vlucht. Mensen willen gastvrij zijn, schrijven zich in, willen contact. De avond dat ik aan deze column begin neemt de teller toe van 8601 naar 9601 aanmeldingen, drie dagen later staat de teller op 20.202. Mensen willen geen afstand meer houden, maar welkom heten.
Wij kunnen niet maken dat iedereen zich welkom voelt. Wij kennen de angst en de boosheid niet. We weten niet wat mensen willen of wensen of écht nodig hebben. Wij kunnen de trauma’s niet oplossen, we kunnen ze waarschijnlijk niet eens verdragen. Vluchtelingenwerk zegt dat ze geen vluchtelingen meer privé onderbrengen – de trauma’s zijn vaak te zwaar en te moeilijk voor gastgezinnen. Maar we kunnen luisteren en kijken en meeleven: de wanhoop, de boosheid, de blijheid. Er is maar één keuze: ons hart openstellen en erbij zijn.
1 september 2015, Diana Vernooij
Schrijf je in voor de nieuwsbrief op: Zenpeacemakers Lage Landen.