De afstand die veel mensen hebben tot de institutionele kerken roept ons op tot het herijken van de liturgie en rituelen, tot een andere vorm van kerk-zijn. De oecumenische basisgemeente De Duif in Amsterdam heeft de dogmatische benadering achter zich gelaten. De voorgangers kijken naar het leven zoals het zich voordoet en willen er helend in aanwezig zijn. Want dat is ook wat mensen zoeken in een kerk en in een kerkviering: heling en inspiratie om verder te gaan, om zich verder te ontwikkelen, los van gebaande kerkelijke paden.
Geboren uit verontwaardiging
Basisgemeente De Duif is een vrijwilligersgemeente in Amsterdam, ontstaan toen in 1973 bisschop Zwartkruis de kerk wilde sluiten en voor sloop verkopen. Het parochiebestuur besloot dit niet te accepteren. Toen op de eerste zondag van 1974 de sluiting een feit was geworden, werd diezelfde dag de kerk gekraakt en zette de parochie de eredienst voort. Deze daad vormde niet zozeer de start van een basisgemeente maar was eerder een daad van ongehoorzaamheid aan de bisschop, geboren uit verontwaardiging. De parochianen van De Duif vormden nog geen hechte groep, laat staan dat ze een vooruitstrevende gemeente zouden zijn. De kerkleden wilden dat alles op de oude voet verder zou gaan. Met name het toenmalige koor zette zich sterk in. Toen een priester zich bereid verklaarde in de actie mee te gaan, verwachtte men ook niet anders dan dat alles bij het oude zou blijven. Ton Wiemers, toen nog priester, meldde zich bij de Duifgroep om voorganger te zijn, en zette de jarenlange vernieuwing in gang. Het kerkasiel voor 182 Marokkanen in 1978 blies het begrip kerkasiel in Nederland weer nieuw leven in, en markeerde ook een omkeer in De Duif. Tijdens dit asiel werden er spontaan oecumenische diensten gehouden. Vlak daarna stapte Wiemers, met enig gevoel voor drama, op als vaste voorganger, om pas weer terug te keren toen een aantal mannen en vrouwen het voorgangerschap op zich genomen hadden. Het proces dat daarmee op gang was gekomen bleek onomkeerbaar. De parochie werd in de loop van een paar jaar een basisgemeente met voorgangers van allerlei gezindten. Vijf jaar na de start waren er dus lekenvoorgangers en werden ook de eerste verbonds¬vieringen gehouden voor homo’s. De gemeenschap nam steeds meer afstand van de rooms-katholieke kerk en had een eigen weg gevonden.
Na 21 jaar onderhoud, schoonmaken en verhuur vroeg in 1995 het bestuur van de gemeenschap De Duif het toenmalige Amsterdam Monumentenfonds (nu Stadsherstel) de kerk van het bisdom te kopen en te restaureren. Na een restauratie van drie jaar werd basisgemeente De Duif de vaste huurder voor de vieringen.
Goed en sterk
Het lijkt erop dat De Duif nog steeds de enige gemeente is in Nederland waar de gemeenteleden (sinds 1984) jaarlijks de voorgangers uit hun midden kiezen. Dat doen we in twee ronden. Eerst is er de voordrachtronde. Nieuwe kandidaten kunnen dan voorgaan en een maand later is er de eigenlijke verkiezingsronde. De meesten van de voorgangers worden al jaren herkozen, maar toch ook ieder jaar weer breekt er een nieuw licht door. Dit jaar hebben we 8 gekozen voorgangers (5 mannen, 3 vrouwen) met allemaal een volle en verantwoordelijke baan naast het vrijwillige voorgangerschap. Dat we werkzaam zijn in de maatschappij is ook een inspiratiebron voor ons. We zouden heel andere voorgangers zijn als we ons alleen met theologie en kerkelijk leven bezig hielden.
Ieder gaat zo’n 6 à 7 keer per jaar voor in De Duif. Het oecumenisch leesrooster is onze basis, maar meer en meer wijken we daar van af, kiezen we onze eigen themavieringen en eigen teksten. We hebben ook themaseries, met name met de advent, in de vastentijd en in de zomer, of we houden bijzondere vieringen, zoals in de vredesweek. Op verzoek doen we ook doopvieringen, huwelijkssluitingen, verbondsvieringen en uitvaartvieringen.
Voor de invulling van de vieringen putten we uit boeken vol met geleende en nieuw gemaakte gebeden, belijdenissen en zegenbedes. We schromen ook niet om gebeden uit andere tradities over te nemen en aan te passen aan ons gebruikelijk taalgebruik. Deze gebeden nemen we dan op in ons repertoire.
We hebben een koor en dat zingt goed en sterk. We hebben een geweldige dirigent en een uitstekende pianiste. De liederen van Oosterhuis vormen de hoofdmoot van het repertoire, verder liederen uit andere basisgemeenten of van het Liedfonds. Op koorloze dagen, in de vakanties, wagen de voorgangers zich ook op nieuw muzikaal terrein. Bijzondere muziek op c.d. of, als het even kan, lifemuziek. De zangers of zangeressen die we vragen, denken mee in onze liturgie.
Kracht en kleur
Ik ben inmiddels 20 jaar voorganger en behoor bij de ‘oude garde’. Ik heb meegemaakt hoe de gemeente is veranderd, terwijl ik zelf ben gekomen in de periode dat de basisvorm al was gevonden. Wat is er veranderd in de loop van de tijd?
Vanuit de start, werd na de kraak van de kerk al het werk door vrijwilligers verzet. Er is een gemeenschap gegroeid die heeft geleerd met vallen en opstaan om hart, handen en hoofd te verbinden. Naast het organiseren van de zondagse liturgie was er altijd ook praktisch werk aan de winkel. Niet alleen het schoonhouden en verhuren van de kerk, maar ook het technisch onderhoud was jarenlang het werk van de gemeenschap. Ieder gemeenschapslid droeg zijn steentje bij. Mede hierdoor is een gemeenschap gegroeid, die naast de zondagse vieringen gewend is om de handen uit de mouwen te steken en gemeenschap te zijn, voor elkaar en met elkaar.
Maar naast het praktisch bezig zijn werden er ook uitgebreide discussies gevoerd zoals over het breken en delen door lekenvoorgangers, over nieuwe liturgische teksten en over de naam en het geslacht van God, was Langzamerhand zijn er zaken vanzelfsprekend geworden die in het begin heikele onderwerpen waren.
Zo is ook de helft van de voorgangers homo of lesbisch. Dat is iets dat geen rol speelt en daardoor juist weer wel. De Duif is bekend geworden dankzij de verbondsvieringen voor homo’s en lesbo’s en ook dankzij onze voorganger, cabaretier Jos Brink die als een van de eersten in Nederland het homo-zijn normaliseerde. Daarom wisten vele homo’s en lesbo’s zich welkom. Er is ruimte in De Duif om voor vele gezindten een liturgisch thuis te creëren. Wat je seksuele gerichtheid is, is geen issue meer.
Was er in het begin nog discussie over de oecumene, als snel voelde de gemeente zich thuis bij de brede christelijke achtergrond van de verschillende voorgangers. Inmiddels zijn meerderen van ons ook met niet-christelijke tradities verbonden en is er vooral discussie over hoe we tegenover andere wereldreligies staan en hoeveel boeddhisme en islam we kunnen opnemen in De Duifliturgie.
De laatste jaren zoeken een aantal voorgangers bewust het contact met andere religies. Soms is dat vanuit en in onszelf. Zelf volg ik al jaren boeddhistische trainingen en retraites en ben ik 5 jaar geleden naast katholiek ook officieel boeddhist geworden. Ik ben niet de enige die zich laat inspireren door het boeddhisme. Soms nemen we meer impliciet elementen uit andere tradities in, door gebeden uit die traditie toe te voegen aan ons repertoire. Sommigen voelen zich geïnspireerd door poëzie, anderen organiseren een interreligieuze viering met islamitische gelovigen. In De Duif hebben we inmiddels een aardige staat van dienst opgebouwd met samenwerkingen zoals de jaarlijkse stilteviering, betrokkenheid van asielzoekers, professionele theatermakers, yogaleraren, meditatieleraressen, muzikanten en zangers. Naast de gebruikelijke meer traditionele vieringen zijn deze vieringen telkens weer een feest van kracht en kleur en trekken we ook zo weer meer zoekende mensen naar De Duif.
Waar het om gaat in het leven
Gezamenlijk met al wie dat wil wordt een viering voorbereid. De open liturgieavond is een opsteker voor de mensen die hier komen en het sluit bij hun wereld aan. De voorgangers zijn niet per sé universitair geschoold in theologie. Sommige van ons zijn dat wel, anderen hebben zichzelf ontwikkeld. Wij zijn eensgezind als voorgangers in ons zoeklicht. Niet de maatschappelijke items, niet de juiste interpretatie van de bijbel staat centraal, maar het gewone leven. Onze vraag is hoe ons leven het beste te leven. Dat zoeken we in ons dagelijks leven, in ons werk, en in de verschillende taken die we op ons nemen. Op zondag laten we ons weer voeden en inspireren. En daarbij putten we uit de rijke christelijke traditie, en ook steeds meer uit andere spirituele of religieuze tradities.
Onze ontdekking is dat de liturgie een waarde in zich heeft, zelfs los van de christelijke oorsprong. Bijeen zijn, een uur van stilte en muziek, van inkeer en wijze woorden. We houden ons aan de gebruikelijke orde van dienst: entree, gebed om aandacht, lezingen, overweging, geloofs¬belijdenis, breken & delen, voorbeden, zegenbede en dat alles doorspekt met gezang en stilte. In deze aanpak zit een logische lijn, een opbouw van starten, aandacht en concentratie vestigen, afleggen van wat je bezwaart, luisteren naar nieuwe oude woorden en weer opgeroepen worden om te weten waar het om gaat. En dat alles bevestigen we in liederen, in een belijdenis en door te breken en delen met elkaar. Met een zegen gesterkt gaan we de wereld weer in.
Het proces dat wij gaan in dit uur van liturgie voldoet aan een menselijke behoefte aan overgave en gelaafd worden, weer te weten waar het om gaat. De inhoud kan variëren, het thema, de gebeden, teksten, liederen kunnen eindeloos veranderen – deze basisstructuur en gerichtheid is ijzersterk.
Wat is het nu dat wij in onze vieringen willen overdragen, als we de mensen willen oproepen om weer te weten waar het om gaat? Wij hebben het nodig om aangesproken te worden in het beste dat we hebben, in onze lef en liefde. Opgeroepen worden te groeien, boven je kleine ikje uit – die oproep is krachtig en helpt je om bergen te verzetten.
De overweging is zoveel meer dan een uitleg van de schriftlezingen, meer dan de uitleg van de wil van God, en erg veel meer dan het geven van een goede raad. Een goede overweging raakt hoofd en hart, geeft zin en wijst de richting. Het doet je je persoonlijke privé-wereldje ontstijgen en je inbedden in een groter geheel.
In de kerk leren we concentratie, bij datgene te zijn dat er is, met een lied, een gebed, een tekst. Je laat je hart aanspreken, je verstand werken en je lijf tot rust komen. Een goede viering wekt op, maakt blij, geeft kracht. Of de verschillende theorieën en dogma’s van de stromingen of religies elkaar officieel tegenspreken is niet belangrijk. Wij zoeken naar wat verbindt en voedt.
Leven dat blijft stromen
In de kerk zijn we stil, we zingen – dat kanaliseert gedachten en emoties – we bidden. Wat bidden we? We bidden om helderheid, kracht, tederheid, om steun op ons pad. We bidden om ondersteuning aan anderen, die het zwaar hebben. We bidden om in staat te zijn te dragen wat op ons pad komt en met de mensen te zijn die onze steun nodig hebben.
Aan de hand van de verhalen uit de bijbel, de suttra’s en andere geschriften kunnen we die eigen ontspannen weg vinden die we gaan in de richting van een liefdevolle en rechtvaardige wereld. Proefondervindelijk ontdekken we het leven dat blijft stromen dwars door alle dogma’s en onzekerheden heen. Dit geeft uiteindelijk ook de kern van onze spiritualiteit weer: dat je nergens een vast huis kunt bouwen, er zijn geen vaste waarheden en dogma’s, geen beelden en woorden die de waarheid voor je vast timmeren. Het is de inspiratie die ons verder brengt. De Duif is een huis voor en door bevlogen mensen.
Diana Vernooij