Ada, verpleegster in het ziekenhuis

 


Ada is een vriendin van onze gastvrouw, actief in de vakbond. We gaan haar ophalen want ze zal ons naar de kleermaakster brengen en naar de stoffenmarkt. We moeten naar het ziekenhuis, daar werkt ze. We parkeren de auto maar iemand wijst ons op een kartonnen bordje waar ‘ambu­lance’ op staat. Onze chauffeur Tjou zet dan maar de auto op de stoep.

Beschrijving: C:\Users\gebruiker\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Word\foto's senegal dec 2012 836.jpg

Bij de Eerste Hulp moeten we zijn. Ada komt ons vrolijk tegemoet, we herkennen haar van het geboortefeest. Ze zal zich omkleden en gaat dan mee. Haar blauwe uniform verwisselt ze voor een traditionele outfit. Zal ze ons eerst rondleiden? Kan dat wel, ja dat kan.

We worden het ziekenhuis mee ingenomen, zien eerst de Eerste Hulp. In de verbandkamer hangt de deur van een soort magnetron op half 11, alle knopjes op één na afgebroken, en de hoeken zijn roestig. Het is de sterilisator, hij werkt nog. In de veerbandkamer hangt een fan, hij is stuk, verroest en ook nog stoffig.  Hoge kale gangen, verveloos. We lopen naar de volgende afdeling, het hele zieken­huis door, schudden handen van artsen en verpleegsters. Het is er vrij rustig. Vrolijke begroetingen en uitleg van alles waar we naar vragen.

Niemand maakt de indruk druk bezig te zijn. De twee secretaresses van de artsen die we ontmoeten zitten achterover in hun stoel. De kamer van de een ruikt zwaar naar de choerai. De wierook staat in een potje in de hoek van de kamer te walmen. Ze vindt het lekker en grapt dat ze het doet omdat haar kamer tegenover de w.c.’s ligt. Misschien is het geen grap. We komen in de afdeling waar zwangere vrouwen kunnen bevallen. De moeders komen mee, het zijn kleine kamertjes met een eigen badkamertje. Een week mogen ze er zijn om te bevallen. We groeten een vrouw en haar moeder. Nog geen kindergeschrei. Het valt me trouwens op hoe weinig kinderen er hier, maar ook elders, huilen – er wordt veel gesjouwd met kinderen, veel lichamelijk contact. Verder langs de kinderafdeling, verblijfkamers, wachtkamers en kantoorruimtes, het terrein over naar de technische dienst. Een groot veld vol apparaten, gereedschap, rommel, een stapel oude ziekenhuisbedden. Nee, dat zijn geen afgedankte bedden. De bedden zijn nog goed, vertellen ons de mannen onder de boom. Ze komen uit Europa en moeten nog geplaatst worden.

Ada roemt de directeur, een hele goede. Ik kan er niet achter komen waarom ze dat vindt. Hij ontvangt ons. We nemen plaats op een leren bank in zijn kamer. Hij vertelt over het ziekenhuis, over de kennis die er is en vooral vertelt hij over het gebrek aan alle benodigd­heden en apparaten. Alles is welkom, zolang het maar goed functioneert. We krijgen zijn kaartje. De boodschap is duidelijk.

Beschrijving: C:\Users\gebruiker\Pictures\2012-01-02 foto's senegal dec 2012\foto's senegal dec 2012 838.JPG

Is het geen probleem dat Ada haar werk verlaat om met ons mee te gaan onder werktijd, vragen wij. Nee hoor, geen enkel punt. Ada vertelt zelfs aan iedereen dat ze met ons naar de kleer­maakster gaat, maar eerst ons even rondleidt. De vrouwen die we ontmoeten blijken meestal actief te zijn in dezelfde vakbond. Het is een sociaal ziekenhuis, de armste mensen komen hier. De prijzen zijn laag.

Ada vertelt over 2009, toen de burge­meester van de ene op de andere dag de lonen niet meer betaalde. Van de regering kwam nog een klein deel. Meer dan de helft van het inkomen verviel en ook de support voor het werk. De leden van de vakbond hebben het ziekenhuis continue bezet gehouden om te voorkomen dat het leeg­geroofd zou worden. Geen patiënten meer, weg inkomen. Bijna een jaar lang bleven ze er, hielden acties, sit-inns, van alles om de moed erin te houden. Pas na de verkiezingen betaalde de nieuwe burgemeester de salarissen weer uit en kon het ziekenhuis weer open.

We komen bij het restaurant, en worden genodigd straks na onze boodschappen te komen lunchen. Het is erg heet in de keuken. De visjes liggen te bakken in de frituur. Als ik naar het toilet ga kom ik in een oude Franse w.c. terecht. Onze vrouw vult het plastic bakje met water en geeft me wat servetten uit het restaurant. De stortbak is stuk, het is lang geleden dat er een schoonmaker was. Het schijnt niet de gewoonte te zijn.

Eerst gaan we naar de kleermaakster. Die meet onze maten. Ik heb een pak meegenomen dat ik mooi vind: broek en lange jurk met mouwen. Ze kan die namaken, geen punt. We gaan stof komen en lopen naar de stoffenwinkel.

Beschrijving: C:\Users\gebruiker\Pictures\2012-01-02 foto's senegal dec 2012\foto's senegal dec 2012 842.JPG

De stoffen zijn op maat geknipt, drie lappen bij elkaar passende stoffen in een plastic zak. Voor een broek of rok, een boeboe of jurk en voor een sjaal op je hoofd. Van die laatste lap zal mijn kleermaakster een andere jurk maken. Als hoofddeksel zal ik hem niet gebruiken. 

Beschrijving: C:\Users\gebruiker\Pictures\2012-01-02 foto's senegal dec 2012\foto's senegal dec 2012 846.JPG

Terug naar het ziekenhuis, naar het restaurant. We krijgen er rijst met vis en uiensaus te eten. Het restaurant is nieuw, de staf van het zieken­huis eet er maar ook alle patiënten krijgen te eten uit de keuken. Tot voor kort moesten de patiënten zelf voor hun eten zorgen of hun familie moest dat. Ada neemt afscheid, ze gaat haar werkkleren weer aantrekken.

Vis voor de vegetariër