Artikelen © Diana Vernooij 2016
terug naar Artikelen

Verwondering als brandstof

Nieuwsbrief Zenpeacemakers, 17 juni 2016
Diana Vernooij

“Ik sta erbij, kijk ernaar en zoek tevergeefs naar een verzetsbeweging om me bij aan te sluiten” schrijft onderzoeksjournalist Linda Polman als ze het over de behandeling van vluchtelingen door Europa heeft. (1)
Het zijn twee overbekende reflexen in onze maatschappelijke betrokkenheid: passief toekijken óf in verzet komen. Het eerste is makkelijk, gaat vanzelf. Het laatste is lastig, kost moeite, kracht, medestanders en een instelling dat je het niet langer meer accepteert en door roeien en ruiten gaat om het te veranderen: strijdbaarheid. Politieke strijd is gebaseerd op oordeel als basis en verontwaar¬diging als brandstof. Als je vanuit het verzet tegen een onrechtvaardige situatie tot actie komt – dan voer je strijd tégen iets. Daarmee is je drijfveer er een vanuit haat, een van de drie basiscorrupties van onze geest. (2)

Ooit heb ik zo in het leven gestaan, tot ik genoeg had van de heilige verontwaardiging in maatschappelijk betrokken acties en het gebrek aan aandacht voor wat we wél wilden. Ik wilde me niet meer scharen in een tegenkamp en met opluchting heb ik deze vorm van actie losgelaten. “Not knowing, bearing witness and loving action” is een prachtig alternatief voor de geheven vuist van strijdbaarheid. Hoe radicaal dat is, kan niet overschat worden. De actie komt voort uit contact, uit aanwezigheid bij de ellende én ontstaat juist door het loslaten van het oordeel.
Nu is ‘not knowing’ nog een negatieve term – terecht. We denken zo snel iets te weten en we zullen eerst de gewoonte moeten afleren om direct een oordeel te hebben, direct te denken te weten hoe dingen in elkaar zitten. Maar ‘not knowing’ kan ook in “ik stond erbij en kijk ernaar’ verzanden als er geen brandstof is, het passief toekijken waar zovelen van ons in blijven hangen als we niet in verzet komen.
Wat is jouw brandstof? Waar is jouw keuze voor betrokkenheid op gebaseerd? Ik ga voor geluk en pijn als aanleiding, aanwezigheid bij wat zich afspeelt in het leven in plaats van oordeel. Én ik pleit voor verwondering in plaats van verontwaardiging als brandstof.

Verwondering en verontwaardiging sluiten elkaar uit. Oordeel je over een situatie vanuit je eigen vanzelfsprekendheid, dan zie je alleen je eigen gelijk, dat wat je al eerder zo geoordeeld hebt. Als je in staat bent om je te verwonderen zie je niet langer meer wat je al weet – maar kan je de wereld zien, je kunt dát zien wat je nog niet kent. Sterker nog, verwondering verleidt je om nog beter te kijken. Verwondering redeneert niet, verwondering valt je toe. Je gaat er niet alleen erg goed van kijken maar er ook scherp van luisteren en je valt stil. Verwondering roept ons op tot beschouwing. Door de verwondering zien we dat niet wij het zijn die zelf wel bepalen wat de betekenis is. We zien dat de dingen betekenisvol zijn, ze ontvouwen zich voor ons. Wij hoeven niet verschrikkelijk ons best te doen om betekenis te verlenen, om een oordeel te vormen. We ontwaren betekenis, we ontvangen het door erbij te zijn, door betrokkenheid, door meditatie. Ons hart gaat ervan open.

Noten:

  • 1. Linda Polman, Nep, column voor Wordt Vervolgd, maandblad over mensenrechten, Amnesty International, juni 2016.
  • 2. De drie wortels, vergiften of basiscorrupties van de geest zijn begeerte, haat en onwetendheid.

    Schrijf je in voor de nieuwsbrief op: Zenpeacemakers Lage Landen.