Overwegingen van dit jaar

terug naar: aandachtig & nieuwsgierig En hier vind je:
Overwegingen 2012 - Overwegingen 2011 - Overwegingen 2010 - Overwegingen 2009
Overwegingen 2008 - Overwegingen 2007 - Overwegingen 2006 - Overwegingen 2005

Wil je kennismaken oude overwegingen van mij of mijn collega's bij De Duif, klik dan op Overwegingen basisgemeente De Duif, en kijk bij de index van De Duif onder Informatie bij 'voorgangers'.



Diana Vernooij, Farida van Bommel-Pattisahusiwa, Anne-Marie Zaat

Overwegingen van het jaar 2013

terug naar: aandachtig & nieuwsgierig


19 mei 2013 - Wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden
Diana Vernooij ging voor met Pinksteren 2013, samen met Farida van Bommel-Pattisahusiwa en Anne-Marie Zaat.

Openingstekst, Peter van Uhm op 4 mei op de Dam

“Wie dient, denkt niet alleen in ‘ik’,
wie dient, denkt niet alleen in ‘zij’,
wie dient, denkt ook in ‘wij’.
Daar begint de overwinning op het onrecht.
Want vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid,
een betere wereld, die maak je samen.”

Eerste Lezing uit Handelingen 2:1-24

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’

Tweede lezing uit de Koran: 30:22, 35:28, 49:14, Ingeleid door Farida van Bommel-Pattisahusiwa

Na kerst en pasen is pinksteren het eerste feest dat tintelt en bruist omdat het uitdaagt tot de viering van diversiteit en inspiratie. Het geeft ook een belangrijke boodschap: de heilige geest discrimineert niet, maar inspireert tot het spreken in tongen, tot het vinden van woorden voor onze liefde en sympathie voor elkaar..
De heilige geest kent de Koran ook (Rűhu’l-Qudűs) en de Koran kent de heilige geest: die openbaart en inspireert: ‘En tot Zijn tekenen behoort ook de schepping van de hemelen en aarde, en de verscheidenheid van uw talen en huidskleuren. En dit zijn zeker tekenen voor mensen die willen begrijpen..’ (30:22) dat wordt nog een keer herhaald: ‘Ook mensen, beesten en vee zijn van verschillende kleur..’ (35:28) en dan komt het vers dat een begint maakt met de uitleg van het mysterie van onze verschillen:
‘O mensen, Wij hebben u uit een man en een vrouw geschapen en wij hebben u tot volkeren en stammen gemaakt, opdat u elkander moogt kennen. Voorzeker, de godvruchtigste onder u is de eerwaardigste bij Allah. Voorwaar Allah is Alwetend, Alkennend.’ (49:14).

Allah heeft verschillende volkeren geschapen, opdat we elkaar leren kennen en van elkaar kunnen leren. Accepteer elkaars eigenheid en werk van daaruit aan een gezamenlijk doel gebaseerd op liefde en barmhartigheid.
De Koran moedigt ons ten eerste aan de ander te leren kennen en de meest beschaafde manier is door middel van dialoog. De Koran ontkent de verschillen niet. Die verschillen zijn er juist om elkaars nieuwsgierigheid op te wekken en om van elkaar te leren. En je kunt alleen van elkaar leren als je bewust met elkaar omgaat.

Vredeswerk kan werken als we elkaars eigenheid en verschillen accepteren en van daaruit samen werken aan een gezamenlijk doel. We hebben al zoveel kansen voorbij late gaan, laten we pinksteren als kans zien; een kans om een stap naar elkaar toe te doen en de heilige geest in elkaar te herkennen..

Overweging

Adres Onbekend, een tijdje geleden werd dat prachtige toneelstuk hier in de Duif gespeeld door onze eigen Harris Brautigam en zijn compaan. Misschien was u erbij. Het stuk liet zien hoe een vriendschap eind jaren ’30 drastisch veranderde en uiteindelijk op haat en dood uitliep, doordat er ineens één kenmerk van een van de vrienden allesoverheersend werd: het joods zijn tegenover het ariër zijn.

Zo gaat het met oorlogen en genocides. Er zijn onlusten, die breiden zich uit, er zijn felle gevechten die uitlopen op een genocide, zoals tussen de Tutsi’s en de Hutu’s in Ruanda. Als er ook nog eens rebellen zijn en bovendien veel rijkdommen in de grond zitten is een wereldoorlog geboren, zoals nu in Afrika rond het Grote Merengebied – met 9 betrokken Afrikaanse landen en 3,8 miljoen doden sinds 1998.

De motor van een dergelijk conflict is altijd de angst voor de vijand. Omdat ik bang ben dat jij mij zult vermoorden, vermoord ik alvast jou, of je familie. De motor van oorlog is de angst voor iemand van wie een paar kenmerken zijn uitvergroot: de afkomst, of het land en de familie, of de religie: de joden, de moslims.
Van mensen wordt één kenmerk allesbepalend. Met dat kenmerk hoort die persoon tot een “zij”, hij hoort niet meer bij ons, niet meer het “wij”. Het joods of moslim zijn, het tutsi of hutu zijn is ineens het enige dat telt. En omdat ik bang ben heb ik geen contact meer met jou en durf ik jou als persoon niet meer te waarderen. Ik heb geen echt beeld meer van jou, en de afstand voedt de angst.

Het enige wat dat patroon doorbreekt is als mensen naar elkaar gaan luisteren en elkaar begrijpen, elkaar accepteren in hun anders-zijn en hun angst voor elkaar verliezen. Dat is vredeswerk, dat is doorbreken van oorlog.

We noemen het naastenliefde in het Christendom, Jezus noemt het het grootste gebod: Heb uw God lief met heel uw hart, heel uw ziel en heel uw verstand– en het tweede gebod is eraan gelijk: Heb uw naaste lief als uzelf.
Naastenliefde kan alleen ontwaken als we de verschillen overbruggen in contact. Saamhorigheid en naastenliefde gaan hand in had. Zonder ons vermogen tot inleving in de situatie van andere mensen kunnen we geen saamhorigheid ontwikkelen, geen compassie, geen naastenliefde voelen. Dan zijn we eenzame egoďsten die een ander inzetten voor eigenbelang – en bang zijn om ingezet te worden voor de belangen van een ander.

In de menselijke verhoudingen word je vroeg of laat met jezelf geconfronteerd. Vrede met jezelf is belangrijk. Als je jezelf afbreekt of veroordeelt – hoe kun je ooit voor een ander compassie voelen? Als je vrede weet te sluiten met jezelf en je je verzoent – dan kun je meer begrip hebben voor anderen. Dan hoef je geen wraak te nemen als je je ketenen verliest. Wraak is geen onderdeel van de vrijheid – het is nog steeds een voortvloeisel van de oorlog in de hoofden van degene die wraak nemen. We kennen de verhalen van de wraak na de bevrijding: de meisjes die werden kaalgeschoren omdat ze met een Duitser hadden verkeerd, de NSB-ers die werden gemarteld en gedood. De grote kunst is na het herstel van scheve verhoudingen, het ‘wij’ uit te breiden tot iedereen.

“Wij verstaan elkaar”, als jij en ik dat tegen elkaar zeggen bedoelen we niet dat we allebei Nederlands spreken. Als ik over jou en mij zeg: “wij verstaan elkaar”, dan is dat een prachtige uitdrukking om te zeggen dat ik me begrepen voel door jou, en dat dat wederzijds is. Wij herkennen elkaars levensinstelling, we voelen compassie met elkaars problemen en oplossingen, we voelen ons bevestigd en verbonden.

Dat is het thema van deze viering: Wij hoorden het allen in onze eigen taal spreken over Gods Grote daden. Het is een citaat uit de tekst die we lazen. Met Pinksteren hoorden alle aanwezigen daar op straat in Jerusalem de apostelen in zijn eigen taal spreken. Zij verstonden elkaar, en dan gaat het niet om woordentaal. Er is natuurlijk niet een goddelijke Duif neergedaald die wat de leerlingen zeggen simultaan voor iedereen vertaalt in hun eigen landstaal. Wat er gebeurde is dat ze werden begrepen, er was verbinding.

Tot Pinksteren hadden de vrienden van Jezus, zijn volgelingen en leerlingen, verscholen bijeen gezeten Jezus’ dood – ze hadden geen antwoord op de vraag wat ze in vredesnaam moesten doen.
Maar dan is er plotseling een omslag. Er gebeuren twee belangrijke dingen:
De leerlingen kregen de Geest, letterlijk, ze hadden hun antwoord, hun bestemming gevonden. Ze barsten uit in vervoering. Later gaan ze rondtrekken om het allemaal uit te leggen. Hier spreken ze nog in tongentaal, in euforische kreten.
En het tweede wonder is dat de omstanders hun hart hiervoor open stelden. Niet iedereen, sommigen waren cynisch. Maar velen hoorden en begrepen wat de apostelen bezielden.

Wat voor verstaan is dat nou? Het is het begrip van “wij verstaan elkaar”. Ze voelden aan dat er een antwoord was op een brandende vraag van die tijd. De apostelen geven een antwoord op vragen waar velen mee zaten. Er is onderdrukking door de Romeinen, maar de verlosser die gekomen was, kwam niet om de keizer te onttronen. Dat was het besef: zijn koninkrijk was niet van deze wereld – en ineens werd dat verstaan en herkent: Ja. Er brak nieuwe menselijkheid door: openheid, inspiratie, verlossing, moed, uitkomen voor je geloof, juist ook als je leraar smadelijk is vermoord., dat was het juiste antwoord op de vragen van de tijd.

Er zijn vele bewegingen geweest die het juiste antwoord gaven op de vragen van de tijd. Er is een ideaal, gecombineerd met een duidelijk ‘nee’ tegen onrecht, ‘nee’ tegen het oude – dat aanspreekt. Er is een uitweg, het is al geboren, het komt eraan, het is een radicaal andere weg die we kunnen gaan.
Tal van bewegingen gaven in de geschiedenis een antwoord op een crisis, en juist omdat dat door velen werd herkend en beaamd groeiden er nieuwe ontwikkelingen. De vluchtkerk is misschien de aankondiging van zo’n beweging en Occupy was het. Voor mij persoonlijk veranderde de vrouwenbeweging mijn leven. En nu vandaag hebben we de interreligieuze beweging en de vredesbeweging hier in deze viering centraal gesteld.

Ik denk dat de nieuwe beweging in religieus samenkomen, de nieuwe beweging in vrede staat voor “het nieuwe wij”. Het nieuwe wij gaat voorbij de zij-wij tegen-stellingen en wil echt contact maken met wat onbekend is.
Een nieuw wij, een nieuwe solidariteit met mensen van de groep die nu nog “zij” zijn: de moslims tegenover de christenen, de oorlog ver weg. Als we straks een vredesduif schenken aan de groep vredesvrouwen van Afrika horen zij tot ons “wij”.

De Koran zegt dat God expres verschillende groepen en religies heeft gemaakt opdat wij van elkaar zullen leren. Laten we dat ter harte nemen en Pinksteren laten ontstaan in ons eigen hart: de Heilige Geest is erin neergedaald. De Geest zorgt voor verbinding tussen jou en mij, er is geen ‘zij’ meer, er is alleen een alles omvattend ‘wij’.
De deuren zwaaien open en wij stappen in dat grote brede verbindende “wij”. Laat deze begeestering van onze God, hoe we hem of haar ook noemen, onze angst en ons zelfbehoud doorbreken. Laten we elkaar ontmoeten en die saamhorigheid ontwikkelen.
Amen.

Zegenwens door Farida

O Allah! Geef ons de kracht om van geloven in eigen kring en interreligieuze dialoog tot een menselijke vorm van samen leven te komen.

U heeft een bedoeling met al die verschillende levensbeschouwelijke overtuigingen. Leer ons hoe we in die veelheid elkaar leren erkennen en herkennen. Leer ons elkaar te leren verstaan.
Laten we vanuit dat verstaan beseffen dat God zich niet enkel te kennen geeft in het bekende, maar ook in het vreemde, in de eigen ruimten, waar mensen dankzij hun verscheidenheid samenkomen en het gesprek gaande houden.’
Als wij elkaar hier en op straat verstaan verdwijnen karikaturen en onverstaanbaarheden en wordt ruimte geschapen om met elkaar kennis te maken, te eten en te feesten. Laat onze dialoog, ook de interreligieuze, beginnen in het leven van alledag.
U heeft ons geďnspireerd om samen in een dienst als deze bij elkaar te komen! Laten we hier kracht en hoop uit putten en die geven aan verbondenheid in het dagelijks leven.

Bârakallâu fîkoem, Allahoemma bârik lanâ fîmâ razaqtanâ waghfir lanâ varhamnâ.

Moge de Schepper u allen zegenen. O Allah! O God!
Laat hetgeen waarmee U ons voorziet voor ons een zegen zijn,
schenk ons Uw vergiffenis en schenk ons Uw genade.
Amen


3 maart 2013 - Alles wat je aandacht geeft groeit
Diana Vernooij ging voor op de 3e zondag in de Passietijd voor Pasen.

Eerste lezing: Lezing uit de Dhammapada 1-6, teksten van de Boeddha

  • 1
    Dingen worden door geest voorafgegaan:
    de geest is hun leider, daar komen ze vandaan.
    Als men spreekt of handelt met een corrupt hart,
    volgt lijden op de voet, als een karrewiel het paard.
  • 2
    Dingen worden door geest voorafgegaan:
    de geest is hun leider, daar komen ze vandaan.
    Als men spreekt of handelt met een zuiver hart,
    is geluk als zijn schaduw, die hem nooit verlaat.
  • 3
    “Hij schold me uit! Hij sloeg me!
    Hij bedwong me en beroofde me!”
    Vijandigheid komt niet tot rust
    in wie aldus verbitterd is.
  • 4
    “Hij schold me uit! Hij sloeg me!
    Hij bedwong me en beroofde me!”
    Vijandigheid komt tot rust
    in wie niet aldus verbitterd is.
  • 5
    Vijandigheid wordt niet
    door vijandigheden gestild:
    vriendelijkheid stilt vijandigheid.
    Dit is een waarheid die eeuwig is.
  • 6
    Er zijn mensen die niet zien
    dat wij een keuze hebben.
    Maar zij die dit wel begrijpen,
    leggen vervolgens hun ruzies bij.

    Tweede lezing:Lezing uit de brief van Paulus aan de Galaten 6:7-10

    Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Wie op de akker van zijn zondige natuur zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het eeuwige leven. Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.

    Derde lezing: Het verhaal van de twee wolven

    Haar kleinzoon was razend op een vriendje omdat deze hem onrecht had aangedaan. Zijn oma zei hem: "Ik heb ook vaak haat gevoeld tegen mensen die me pijn deden, als ze geen spijt hadden voor wat ze deden. Maar haat maakt je lam en doet je vijand niets. Het is zoals zelf gif innemen en hopen dat je vijand sterft."
    En zij vertelde hem de volgende gelijkenis: "Binnen in mij leven twee wolven, de ene is goed en doet niemand kwaad. Hij leeft in harmonie met alles wat om me heen is en heeft aandacht voor de zwakheid van anderen. Hij is vriendschappelijk en ruimhartig.
    Maar de andere wolf, die zit vol met woede en de kleinste dingen wakkeren zijn vechtlust aan. Hij vecht tegen iedereen, altijd. Hij kan niet goed denken omdat zijn woede en haat hem opjutten. Toch helpt zijn woede hem niet, want hij blijft maar boos. Soms is het moeilijk om met deze twee wolven in mezelf te leven, want allebei proberen ze de baas over mij te spelen."
    De jongen luisterde ademloos naar zijn oma en vroeg: "Welke wolf gaat winnen, oma?" Oma lachte en zei: "De wolf die ik te eten geef".

    Overweging

    Op mijn werk had ik een medewerkster die een tijd uit de running was geweest en die een paar uur per dag weer terug was in het werk. Toen ik vroeg hoe het ging begon ze op te sommen wat er allemaal niet ging. Ze werd er somber van en vroeg zich hardop af of ze ooit weer de oude zou worden. Ik vroeg haar wat er wel allemaal goed ging. Ze keek me aan, bloeide op en zei: “Wat een leuke vraag” – en vertelde vervolgens wat er allemaal goed ging. Ze vertelde ook wat er beter ging dan de week ervoor – en voor ze het wist was ze optimistisch gestemd over de toekomst.
    Wat je aandacht geeft groeit.

    De allereerste zin in de Dhammapada, het boek van de Boeddha dat het meest tegen het Bijbelboek Wijsheid aan ligt, die eerste zin is: “Dingen worden door geest voorafgegaan, de geest is hun leider, daar komen ze vandaan.”
    In gewone Nederlandse taal: je gedachten creëren je ervaringen. Het is het zie-je-wel effect. Verwacht je aardige mensen te ontmoeten – je zult aardige mensen tegenkomen. Verwacht je mensen te ontmoeten die gemeen zijn en je willen bedriegen – je zult mensen ontmoeten die je willen bedriegen. Verwachtingen maken dat je jezelf een gekleurde bril voorzet: dat waar je geen oog voor hebt, zal je veel minder snel zien. Zie je wel, de wereld is zoals ik had verwacht dat het is.

    Joris Luijendijk vertelt in zijn boek “Het zijn net mensen” over de eerste keer dat hij in vluchtelingenkampen kwam. Hij verwachtte er vele slachtoffers te zien van de ramp die zich voltrok en inderdaad hij zag allemaal slachtoffers die heel erg zielig leken. Maar na een paar keer kwam hij een kamp binnen en riep heel vriendelijk: “hello everybody”. Toen kreeg hij een vriendelijk antwoord van de mensen, ze zeiden hem ook gedag en hij zag iets veranderen in de gezichten van de mensen. Diezelfde massa van slachtoffers bleken individuele mensen te zijn, met heel verschillende verhalen en reacties.
    De wet van de aantrekking, noemde Carolien het in de voorbereiding op deze viering. Wat je overtuiging of verwachting is, dat komt ook naar je toe. Of beter, dat pik je eruit. De rest zie je niet meer.
    Ga staan in de ervaring die je wilt verwerkelijken. Wil je in contact komen met aardige mensen, ga ervan uit dat de mensen die je ontmoet aardig zijn, dan zal je ze ontmoeten. Als je nog krachtiger wilt worden, ga dan uit van wat er krachtig is. Als iets heel váák fout gaat, gaat het dus ook sóms goed. Er gaat altijd veel meer goed dan de meeste mensen geneigd zijn te zien. En als je kijkt naar wat er goed gaat, wat doe je dan? Uit wat er goed gaat kun je de kracht halen om je problemen aan te kunnen.

    “Wie op de akker van zijn zondige natuur zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het eeuwige leven. Laten we dus het goede doen.”
    Deze zinnen uit de brief van Paulus klinken mij in eerste instantie als een dreigement in de oren, als het uitspreken van hel en verdoemenis over de mensen. We moeten goed doen, want anders zwaait er wat.
    Maar we kennen de kerk: ‘onze zondige natuur’ is nogal negatief beladen geraakt door de geschiedenis, alsof al onze natuurlijke neigingen fout zijn. En de akker van de Geest, dat heeft ook erg onaardse associaties gekregen. We kunnen zo’n tekst bijna niet meer neutraal lezen. Maar als nu even geen aandacht besteden aan de weerstand die deze termen in ons oproepen: als we hel en verdoemenis weghalen, wat gebeurt er dan?
    We zien dan een natuurwet tevoorschijn komen: “Wat een mens zaait zal hij ook oogsten.” In zijn brief aan de Corinthiërs zegt Paulus het zo: “Wie karig zaait zal karig oogsten. Wie overvloedig zaait zal overvloedig oogsten.” Je krijgt terug wat je hebt gegeven, en dan ook nog eens in veelvoud. Kijk maar eens naar het verhaal van de twee wolven. Is dat niet hetzelfde: de ene boze wolf voeden, is dat niet hetzelfde als op de akker van je zondige natuur zaaien? En de andere aardige wolf voeden: zaai je dan niet op de akker van de Geest?
    Een glimlach in de morgen schenkt je vreugde in de namiddag. Geef je voeding aan je haat voor degene die je slecht behandeld heeft? Kun je niet vergeven? Dan blijft die wolf in je grommen. Geef je voeding aan de wolf van vergeving en zachtmoedig-heid? Dan groeit je ruimhartigheid en vriendelijkheid. Boosheid groeit door boze aandacht, en wordt gestild door vriendelijke aandacht. “Laten we dus, in de tijd die ons rest, voor iedereen het goede doen” zegt Paulus.

    Aandacht geven is een wonderlijk fenomeen. Een kind wordt getroost als het aandacht krijgt als het gevallen is. Een kusje op een pijnlijke plek doet wonderen.
    Het lastige is dat we als we groot zijn we nog steeds met een kusje van onze ellende verlost willen worden. We willen de haat, de boosheid en de pijn weg hebben. Daarom neigen we het weg te drukken, het helemaal geen aandacht te geven. Weg-gedrukte woede kan mensen opvreten, niet verwerkt verdriet maakt mensen bitter. We geven het te weinig aandacht. En dan groeit het ook. Alles wat er is wil gezien en gekend worden, alles wat ís wil aandacht. En juist liefdevolle aandacht lost schrik en angst op, het lost verstarring op. Aandacht heeft een heel vriendelijke kant.

    Misschien zit hier de kern van de zaak, gaat het om het soort aandacht dat je geeft. Aandacht voor het negatieve moet geen voeding geven aan het negatieve, het moet de woede en de haat niet versterken. Laten we aan de wolven denken en niet meer zeggen dat “alles wat je aandacht geeft groeit”, maar “alles wat je voedsel geeft groeit”. Je kunt dus wel degelijk aandacht hebben voor het negatieve, voor boosheid, voor problemen, voor pijn, zolang het maar niet het soort aandacht is die al dat negatieve voedt en versterkt.

    “Vijandigheid wordt niet door vijandigheden gestild: vriendelijkheid stilt vijandigheid. Dit is een waarheid die eeuwig is.”
    Ik sluit me nu af met deze prachtige zin uit de Dhammapada. We hebben deze serie zondagen voor Pasen niet voor niets “De onstuitbare kracht van het goede” genoemd. Vriendelijke aandacht is zo’n onstuitbare kracht. Vriendelijke aandacht lost woede en haat op, vriendelijke aandacht laat je de goede kanten van het leven zien, vriendelijke aandacht opent deuren: “Hello everybody”.



    Wil je meer lezen, klik door naar Overwegingen 2012.